Ministerraad 20 mei 2016
Inleidend statement minister-president Rutte:
Goedemiddag. Afgelopen woensdag was gehaktdag, de dag dat alle verantwoordingsstukken worden aangeboden aan de Tweede Kamer. En volgende week donderdag zal daarover dan het Verantwoordingsdebat plaatsvinden. Dat is ook ieder jaar weer een vast moment om de stand op te maken, waar staan we? En vooral ook, hoe staat ons land ervoor? Ik denk dat het goede nieuws is dat het voorzichtige economische herstel van 2014, dat je nu ziet dat dat in 2015 ook echt zich heeft bestendigd. Dat het is doorgezet. De Nederlandse economie was in 2015 voor het eerst weer groter dan in 2008, en dat ondanks de tegenvallende aardgasinkomsten. De woningmarkt trok aan: in 2015 werden 178 000 huizen verkocht. En daarmee lag het aantal verkopen in de buurt van het niveau van voor de crisis. Nederland telde niet eerder in de geschiedenis zoveel banen als in 2015. En sinds eind 2015 zijn we zelfs door de grens van 10 miljoen banen heen gegaan. De overheidsschuld die daalt voor het eerst in 10 jaar. Dat is dus een duidelijke trendbreuk. En het begrotingstekort is sinds 2009 nog niet zo klein geweest, namelijk 1,8 procent in 2015. Dat hadden we ook voor ogen toen dit kabinet begon, toen we aan deze klus begonnen. Sterker uit de crisis, financiën op orde en een groeiende economie. Dat is overigens in de eerste plaats de verdienste van de hele samenleving. Sinds de start van het kabinet hebben we heel veel van mensen gevraagd. Iedereen heeft de afgelopen jaren veerkracht getoond. Want het was - laten we er heel eerlijk over zijn - niet altijd gemakkelijk. Ik ben blij dat we de jaren van crisis nu geleidelijk aan achter ons kunnen laten. Al realiseer ik me dat we er nog niet zijn en dat ook nog lang niet iedereen dat op dit moment al zo voelt. Zeker de mensen die nog werkloos zijn, zullen zeggen: we willen eerst een baan voordat we ook hier in mee kunnen in deze gedachte. Daarom blijft voor ons voorop staan: meer banen voor meer mensen. Dat blijft wat ons betreft de belangrijkste prioriteit voor de komende maanden. En ook daarover zal ongetwijfeld donderdag het debat met de Kamer gaan.