500 Albanezen teruggekeerd in 2016
Vandaag zijn met een overheidsvlucht 30 Albanese vreemdelingen uitgezet naar hun land van herkomst. Het gaat om vreemdelingen die niet zelfstandig wilden terugkeren en personen die via Nederlandse zeehavens hebben geprobeerd om illegaal naar het Verenigd Koninkrijk te reizen. Daarnaast zaten er enkele Albanese vreemdelingen uit België op de vlucht.
Met het vertrek van deze overheidsvlucht komt het totale aantal Albanezen dat Nederland in 2016 aantoonbaar heeft verlaten, uit op circa 500. Deze vreemdelingen zijn zowel zelfstandig als gedwongen vertrokken.
De afgelopen periode is het aantal Albanezen dat naar Nederland komt om een asielverzoek in te dienen, fors toegenomen. In de laatste vier maanden van 2015 ging het om circa 750 aanvragen; in 2016 tot en met medio mei betrof het 900 aanvragen. Een deel van deze asielzoekers kwam via een andere Europese lidstaat naar Nederland. Veel van hen komen naar aanleiding van verkeerde informatie van onder andere mensensmokkelaars, naar West-Europa op zoek naar betere economische perspectieven.
Begin dit jaar spraken Nederland en Albanië af dat uitzettingen voortaan ook groepsgewijs konden plaats vinden, zodat degenen die niet zelfstandig vertrekken, sneller kunnen terugkeren. Eerder gebeurde dat alleen via lijnvluchten. Tussen Albanië en Nederland bestaat een zeer goede samenwerking op het gebied van migratie en terugkeer op basis van Europese afspraken tussen Albanië en de Europese Unie. Door deze nieuwe manier van samenwerken, willen beide landen nog effectiever illegaal verblijf tegengaan. Ook hopen ze hiermee economische migranten die overwegen naar Nederland te komen, meer bewust te maken van het Nederlandse vreemdelingenbeleid, zodat ze niet in de verkeerde veronderstelling hier naar toe vertrekken.
Een asielaanvraag uit Albanië is in de meeste gevallen vrijwel kansloos. Net als de andere landen in de Westelijke Balkan staat het op de lijst met veilige landen van herkomst die staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) begin november aan de Tweede Kamer stuurde. Landen die op deze lijst staan, zijn veilig genoeg om naar toe terug te keren. In de praktijk betekent dit dat de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) een aanvraag versneld kan afhandelen. Daardoor krijgen asielzoekers uit deze landen snel een beslissing en moeten ze in de meeste gevallen meteen vertrekken. Een eventueel beroep tegen die beslissing mag in beginsel niet in Nederland worden afgewacht. Bij een negatieve beslissing krijgt de vreemdeling een inreisverbod van twee jaar voor Nederland en de gehele Europese Unie. Door de invoering van het zogeheten ‘sporenbeleid’ op 1 maart, worden de aanvragen van asielzoekers uit veilige landen bovendien met voorrang door de IND behandeld.
Albanezen die zelfstandig naar hun land van herkomst vertrekken, komen vanwege de visumvrijstelling niet meer in aanmerking voor een aanvullende terugkeerondersteuning. Vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf zijn zelf verantwoordelijk voor hun terugkeer. Wie hulp nodig heeft bij het organiseren van dit vertrek, kan zich wenden tot Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Als een vreemdeling niet zelfstandig terug keert, kan de DT&V overgaan tot gedwongen vertrek.