Evaluatie Nederlandse contraterrorisme-strategie
De combinatie van preventieve en repressieve maatregelen biedt in potentie een goede basis om krachtig te op te treden tegen terroristische dreigingen. Wel is het daarbij van belang om kennis en capaciteiten op het juiste peil te houden. Dat is de kern van een evaluatie van het Nederlandse contraterrorisme-beleid 2011-2015. De evaluatie is uitgevoerd door de Universiteit Utrecht in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Minister Van der Steur heeft de rapportage vandaag aan de Tweede Kamer gestuurd.
De contraterrorisme-strategie voor 2011-2015 biedt een overzicht van alle CT-maatregelen en beoogt een integrale aanpak te borgen. Een grote groep van partners binnen en buiten de overheid is immers betrokken bij de uitvoering van de strategie. Uitgangspunt daarbij is een brede benadering van terrorisme, die wordt gekenmerkt door een combinatie van preventie en repressie en door nauwe samenwerking tussen de verschillende lokale en landelijke partners. Deze brede benadering is in potentie krachtig. Zo kan bijvoorbeeld de dreiging van radicaliserende personen worden beperkt door veiligheidsmaatregelen, terwijl betrokkenen vanuit sociaalgerichte interventies ook alternatieven aangeboden krijgen.
In tijden van een minder zichtbare dreiging en minder politieke aandacht, zoals tot eind 2012 het geval was, zijn de benodigde capaciteit, contacten en kennis echter weggelekt. De veiligheids- en sociaalgerichte partners die samen moeten werken, dreigden dan uit elkaar te drijven. Toen de dreiging weer zichtbaar werd, bleken de nationale en lokale partners in staat weer een persoonsgerichte maatwerkaanpak op te bouwen, maar dat heeft tijd gevraagd. Voor de toekomstige strategie adviseert de universiteit dan ook de benodigde aandacht, capaciteit en kennis te borgen, ook wanneer de dreiging weer afneemt.
Opzet evaluatie
De beleidsmatige effecten van contraterrorisme-beleid zijn niet rechtstreeks te evalueren. Terrorisme is een complex fenomeen, met weinig eenduidige inzichten over de oorzaken. De effecten van beleid dat zich richt op het voorkomen en tegengaan van terrorisme laten zich maar moeilijk (wetenschappelijk) vaststellen.
De onderzoekers hebben door middel van een proces- en planevaluatie inzichtelijk gemaakt welke bijdrage de strategie 2011-2015 heeft geleverd aan de drie doelstellingen van de strategie: het verminderen van het risico op aanslagen, het verminderen van de vrees voor aanslagen en het beperken van mogelijke schade na aanslagen. Concreet beoordeelt de evaluatie het gezamenlijke interventievermogen van de betrokken overheidspartners.
De aandachtspunten uit de evaluatie worden meegenomen in de contraterrorisme-strategie 2016-2020. Deze wordt deze zomer aan de Tweede Kamer aangeboden.