Inspectie VenJ: “Verbeter identificatieproces asielzoekers”
Het identificatieproces van asielzoekers verliep de afgelopen maanden niet zorgvuldig. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Veiligheid en Justitie, dat is verricht op verzoek van minister Van der Steur en staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie). Wel ziet de Inspectie dat inmiddels aanpassingen zijn doorgevoerd. Het proces is daarmee aanzienlijk verbeterd. De komende periode blijft de Inspectie op verzoek van de bewindslieden het identificatieproces van asielzoekers monitoren.
Twee onderzoeken
De Inspectie deed onaangekondigd onderzoek naar het identificatieproces van asielzoekers. Dit gebeurde in februari en april 2016 in Ter Apel, Budel en op Schiphol. Aanleiding waren de geconstateerde knelpunten in het identificatieproces in november 2015. Uit het eerste onderzoek in februari bleek dat verschillende aangekondigde maatregelen uit het plan van aanpak “Versterking proces ID-straten” niet of slechts gedeeltelijk waren doorgevoerd. Zo bleek onder meer dat het documentonderzoek en het uitlezen van gegevensdragers zoals mobiele telefoons niet volgens plan verliepen. Ook constateerde de Inspectie dat de kwaliteit van medewerkers, apparatuur en werkinstructies beter moest. Hierdoor werden het asielproces en het eventuele terugkeerproces niet optimaal ondersteund en werd ‘de beoogde bijdrage aan de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en terrorisme hooguit beperkt gerealiseerd’, aldus de Inspectie. Uit het tweede onderzoek in april bleek dat politie en Koninklijke Marechaussee inmiddels aanpassingen hebben doorgevoerd. De Inspectie constateert wel dat deze aanpassingen zeer recent zijn geïmplementeerd. Daardoor is het nog niet mogelijk aan te geven of het identificatieproces nu optimaal functioneert.
Beleidsreactie
In de meegestuurde beleidsreactie onderschrijven minister Van der Steur en staatssecretaris Dijkhoff de conclusies van de Inspectie. De Korpschef heeft aangegeven dat het proces inmiddels volgens het plan van aanpak verloopt, de Commandant KMar geeft aan dat de aanbeveling van de Inspectie is uitgevoerd. Verder benadrukken de bewindslieden dat de kernbezetting in de ID-straten en de apparatuur voor het uitlezen van gegevensdragers op orde is gebracht. Op elke locatie heeft de politie standaard contact met de betrokken organisaties over signalen met betrekking tot de nationale veiligheid. Daarbij zijn sinds 1 december 2015 vier Flexibele Interventie Teams van de Landelijke Eenheid actief. Deze teams zijn volledig gericht op de bestrijding van mensensmokkel en -handel. Gegevensdragers zoals smartphones worden in het I&R-proces eerst onderworpen aan een algemene check. Vervolgens worden op basis van signalen uit de identificatie smartphones zo nodig gekoppeld aan een pc en ‘uitgelezen’. Bij verdachte indicaties worden de gegevensdragers daarna overgedragen aan de opsporing voor forensisch-digitaal onderzoek.
Extra controles
Omdat het identificatieproces een bepaalde periode onvoldoende zorgvuldig is verlopen, heeft de politie begin 2016 de gehele asielinstroom uit 2015 algemeen en ook nog gericht (op basis van relevante criteria) aanvullend gecontroleerd op mogelijke gevaren voor de nationale veiligheid. Alle namen die in de ID-straten zijn geregistreerd zijn vergeleken met bekende informatie in de (contraterrorisme)politiesystemen. Ook heeft de politie onderzoek gedaan naar paspoorten uit Syrië en Irak. In een beperkt aantal gevallen heeft dit geleid tot nader onderzoek, maar daaruit zijn tot nog toe geen bijzonderheden naar voren gekomen. Daarnaast zijn personen die tot een vermeende hogere risicocategorie behoren nader gecontroleerd. Ook heeft de politie apparatuur aangeschaft om op geavanceerde wijze gelaatsherkenning toe te kunnen passen.
De minister en staatssecretaris geven in hun beleidsreactie aan dat misbruik van de asielprocedure nooit volledig kan worden uitgesloten. Signalen van misbruik worden zoveel mogelijk opgevangen tijdens de contactmomenten die de vreemdeling heeft met politie of KMar, maar ook later in het proces in het contact met het COA en de IND.
Nieuw onderzoek
Minister Van der Steur en staatssecretaris Dijkhoff hebben de Inspectie gevraagd het proces van identificatie en registratie te blijven monitoren. De Inspectie start het eerstvolgende onderzoek rond de zomer.