Nederland steunt Syrische journalisten in strijd voor vrije woord
Nederland gaat lokale, onafhankelijke journalisten in Syrië ondersteunen. Ze krijgen training om te kunnen opereren in oorlogsgebied en om het bereik van hun boodschap zo groot mogelijk te maken. ‘Voor journalisten is het levensgevaarlijk om in Syrië te werken. Dat blijkt ook weer deze week bij de verschrikkelijke aanvallen op een ziekenhuis in Aleppo, media verslaan dat met duizelingwekkende moed. Hun werk is van cruciaal belang. Ze verdienen dus onze steun,’ zei minister Koenders (Buitenlandse Zaken) vrijdag op een bijeenkomst over persvrijheid.
Koenders trekt 2,4 miljoen euro uit voor steun aan de Syrische journalisten. Het geld wordt geïnvesteerd in het project 'alternative voices: Syria' van de maatschappelijke organisatie Institute for War and Peace Reporting. Het project moet ervoor zorgen dat burgers binnen en buiten Syrië toegang hebben tot goede en betrouwbare informatie. ‘Mensen krijgen te weinig informatie over wat er echt gebeurt in Syrië. Met dit project moet dat verbeteren’, zegt Koenders.
Behalve training voor professionele journalisten zullen ook 1.500 vrouwelijke burgerjournalisten training krijgen om zich beter uit te kunnen spreken tegen het gewelddadige verhaal van extremisten. Dat moet leiden tot een tegengeluid in de Syrische samenleving. ‘Door dit project zal duidelijk worden dat de propaganda van Assad en het extremistische geluid van groepen zoals ISIS niet het geluid is van de hele Syrische bevolking. We beschermen het vrije woord in Syrië’, aldus de minister.
Koenders verwijst naar de Nederlandse oorlogsgeschiedenis. ‘In Nederland waren media zoals Parool en Trouw belangrijke bronnen van informatie tijdens de oorlog. Mogelijk steunen wij nu de Parools en Trouws van een straks hopelijk vreedzaam Syrië’, aldus de minister.
Dit project moet samen met de politieke, humanitaire en militaire inzet in Syrië leiden tot meer veiligheid en stabiliteit in het land. Koenders: ‘De oorlog in Syrië duurt nu al vijf jaar. Burgers hebben dagelijks te maken met een verschrikkelijke oorlogssituatie. Met alleen militaire middelen kunnen we de strijd tegen extremisme en radicalisme niet winnen. Daarom zetten we alle mogelijke middelen in om hen een betere toekomst te bieden.‘
Koenders maakte de bijdrage aan het project bekend op een conferentie over onafhankelijke Russischtalige media. ‘Persvrijheid staat wereldwijd op de tocht. Slechts 14 procent van de wereldbevolking heeft toegang tot vrije media. Onafhankelijke media en vrije pers zijn essentieel voor een democratie. We moeten er daarom voor zorgen dat journalisten wereldwijd hun werk goed en veilig uit kunnen voeren’, aldus de minister.
‘Op 3 mei is het de wereldwijde dag van de persvrijheid. Nederland zet zich in om ervoor te zorgen dat iedereen op de wereld toegang heeft tot goede en vrije journalistiek. Op te veel plekken in de wereld is het voor onafhankelijke journalisten lastig hun werk te doen,’ zegt Koenders.