Toespraak minister Van der Steur bij in ontvangstname WRR-rapport
Toespraak minister Van der Steur bij het in ontvangst nemen van het WRR-rapport Big Data, 28 april 2016, New Babylon, Den Haag.
Voorzitter Knottnerus,
Raadslid Hirsch Ballin,
Dames en heren,
Laat ik beginnen met Ernst te bedanken voor dit rapport.
Het is een eer het in ontvangst te mogen nemen. En het is extra bijzonder om het te krijgen uit handen van een ambtsvoorganger.
Dames en heren,
Mocht er nog iemand zijn die twijfelt aan de invloed van Big Data op onze veiligheid, op onze vrijheid, en op onze rechtsstaat, dan raad ik die persoon aan eens een kijkje te nemen in Pennsylvania. Daar overweegt men de rechter toegang te geven tot Big Data analyses.
Een dader wordt dan door het systeem gehaald. Zijn sociaaleconomische achtergrond, postcode, opleidingsniveau, en het soort vergrijp worden geanalyseerd. En zo zou de rechter zijn straf niet alleen kunnen baseren op het gepleegde vergrijp, maar ook op eventuele te verwachten vergrijpen in de toekomst.
Ik weet niet hoe het met u zit, dames en heren, maar ik frons dan toch mijn wenkbrauwen. Een samenleving waar je gestraft wordt voor misdaden die je statistisch gezien nog zou kunnen begaan. Dat klinkt dystopisch – alsof het bedacht is door Orwell, Huxley, of Kafka.
Maar, dames en heren, dit betekent niet dat we ons moeten afkeren van Big Data. Als de 19-eeuwse boer die zo’n nieuwerwetse trein langs zijn wei vol koeien ziet denderen en denkt: 'Verdomd, straks wordt de melk zuur.'
Niet voor niets ziet de WRR in zijn rapport dat Big Data analyses in potentie een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan maatschappelijke veiligheid en vrijheid.
Ook ik zie in het gebruik van Big Data vele kansen. Voor onze samenleving, voor onze economie en zeker ook voor de overheid om de vrijheid en veiligheid in ons land te vergroten.
Big Data vraagt ook om realisme. Wat geldt voor de zelfrijdende auto’s en drones, geldt ook voor Big Data: het is niet de vraag of het onderdeel wordt van ons dagelijks leven, maar hoe we dit vorm geven.
En juist daarom ben ik zo blij met dit rapport. Mijn 1e indruk: het is gedegen, realistisch en bruikbaar.
'Gedegen' omdat het alle relevante invalshoeken aan bod laat komen. Juridisch, ethisch, organisatorisch, technologisch – noem maar op.
Realistisch' omdat de WRR terecht opmerkt dat de regels rond het gebruik van Big Data versterkt moeten worden. Belangrijke principes bij het verzamelen als dataminimalisatie en doelbinding, kunnen bij Big Data namelijk onder druk komen te staan.
En het rapport is 'Bruikbaar' omdat het concrete aanbevelingen bevat.
U weet hoe het werkt: het kabinet moet ze nader bestuderen. Het oordeel zal mede afhangen van de komende Algemene verordening gegevensbescherming en de Richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging van de Europese Unie.
Maar wat ik nu al kan zeggen is dit: het spreekt mij zeer aan dat de WRR de nadruk legt op:
De vergroting van de transparantie en controleerbaarheid.
Op het belang van menselijke tussenkomst.
En op de deugdelijkheid van algoritmes.
Sommige aanbevelingen zullen mogelijk zelfs al op korte termijn een rol spelen, nog voordat het kabinetsstandpunt over het advies is uitgebracht. Denk hierbij aan de proef met een 'broedkamer' voor Big Data analyses die ik onlangs in een brief aan de Tweede Kamer heb aangekondigd.
Tot slot merk ik graag op dat ik het kabinetsstandpunt graag een zo breed mogelijk draagvlak geef. Daarom heb ik al eerder toegezegd in ieder geval de zogenoemde Privacycoalitie hierbij te betrekken.
Voorzitter Knottnerus,
Beste Ernst,
Dames en heren,
Zien we in de Nederlandse rechtbanken binnenkort ook Pennsylvaniaanse toestanden? Ik zal het nog eens navragen bij de Raad voor de rechtspraak, maar ik vermoed van niet. Ik weet zeker dat voor alle andere kwesties waar Big Data een rol speelt, dit rapport zijn waarde zal bewijzen. En daarvoor bedank ik jullie graag nogmaals van harte.
Dank u wel.