Mensenrechtenverdedigers uit Azerbeidzjan opgevangen in Nederland
Mensenrechtenverdedigers Arif en Leyla Yunus zijn na een zware periode in Azerbeidzjan dinsdag in Nederland aangekomen. ‘Ze kunnen nu in Nederland – samen met hun dochter – tot rust komen na hun strijd voor de mensenrechten’, aldus minister Koenders, die het gezin een warm hart toedraagt.
Volgens Koenders verdient het echtpaar onvoorwaardelijke steun van de internationale gemeenschap. ‘Leyla en Arif hebben hun eigen geluk en veiligheid op het spel gezet in de strijd voor democratie en mensenrechten. Ze hebben keihard gevochten om de situatie in Azerbeidzjan te verbeteren. Dat is zeer bewonderenswaardig. In Azerbeidzjan zouden deze mensen een zeer onzeker bestaan moeten leiden. Het is goed dat ze nu kunnen uitrusten na hun jarenlange inzet voor een betere mensenrechtensituatie in hun land.’
Volgens de minister past het goed binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid om mensenrechtenverdedigers in nood op te vangen. ‘We ondersteunen mensen ter plekke, bieden met het project Shelter City een veilige plek voor mensenrechtenverdedigers om 3 maanden in Nederland bij te komen en in het uiterste geval vangen we soms mensen langer op.’
Nederland heeft zich, net als de EU en andere landen, sinds de arrestaties van Leyla en Arif Yunus in de zomer van 2014 hard gemaakt voor hun vrijlating. Koenders stelde het aan de orde bij zijn ambtgenoot, kabinetsleden kaartten de kwestie aan tijdens bezoeken en ook in EU- en VN-verband maakte Nederland zich sterk voor de zaak.
‘Het besluit om het echtpaar Yunus uit te laten reizen laat zien dat het nut heeft om als internationale gemeenschap druk uit te oefenen. Samen met mensenrechtenorganisaties kunnen we echt verandering teweeg brengen’, aldus Koenders. ‘Stille diplomatie leidt zeker tot resultaat in dit soort zaken.’
Koenders noemt het Azerbeidjaanse besluit een positief humanitair gebaar. Hij hoopt dat dit een opmaat is naar een structurele verbetering van de mensenrechtensituatie in het land. ‘We blijven Azerbeidzjan stimuleren om voor verbetering te zorgen’, aldus Koenders.