Toespraak minister-president Rutte tijdens de Week van de Ondernemer, Utrecht
Toespraak minister-president Rutte tijdens de Week van de Ondernemer op 13 april 2016 in Utrecht.
Dames en heren, beste mensen,
Hoe druk het op dit moment ook is met het Europees voorzitterschap en alles wat daar bij komt kijken, de week van de ondernemer staat vast in mijn agenda. Ik krijg er elke keer weer energie van om hier te zijn. En dat is natuurlijk omdat ondernemers - meer dan gemiddeld - gedreven mensen zijn die positief naar de toekomst kijken. Daar hou ik nu eenmaal van.
Vandaag ben ik in met 2 van die positief ingestelde mensen hierheen gekomen. Ik stel ze graag meteen aan u voor. Dat is ten eerste Martijn Bos van Boska Cheeseware uit Bodegraven. Martijn is de 4e generatie in een prachtige familiebedrijf dat inmiddels in 85 landen alles verkoopt wat met kaas te maken heeft, behalve de kaas zelf. Van kaasschaaf en kaasrasp tot kaasmes en kaasplank. Oerhollands en toch footloose. Ik heb net al een uurtje met hem in de auto gezeten en gelooft u mij: Martijn heeft een passie voor kaas en hij weet waarover hij praat.
En dat laatste geldt ook voor mijn tweede passagier, Harmen van der Meulen van Futurum Shop, specialist in hardloop- en wielrenartikelen. Oorspronkelijk - al in 1999 - gestart als e-mailwinkel, daarna online succesvol geworden en nu ook met fysieke vestgingen in Amsterdam, de thuisbasis Apeldoorn en het Duitse Emmerich. Dat is retail anno nu. Harmen gelooft als oud-wielrenner in specialisatie, in consumentenadvies op topniveau en in 'wegblijven uit het midden,' zoals hij dat noemt.
Net als Martijn kan Harmen met aanstekelijk enthousiasme, als liefhebber bijna, vertellen over zijn product en de markt waarin hij actief is. En dat bewijst maar weer: als je echt gelooft in wat je doet en er vol voor gaat, komt succes meteen dichterbij. We gaan het daar zo over hebben, hier op dit podium en met u in zaal. Maar laat ik eerst nog eens onderstrepen dat we in Nederland gelukkig ook reden hebben tot enig optimisme.
Weet u het nog? Een jaar of 5 geleden? Ik nog heel goed. Ik stond toen op dit podium met een verhaal over wat er allemaal aan ingrijpende maatregelen nodig was om het tijd te keren. De economie kromp. Het begrotingstekort was een procent of 4. De werkloosheid steeg snel. De koopkracht ging achteruit. En het consumenten- en producentenvertrouwen lagen op een dieptepunt.
Vergelijk dat eens met nu. We zijn echt niet ineens van de hel in hemel beland, en er zijn absoluut de nodige internationale onzekerheden. Maar de recente CPB-raming laat wel zien dat we de komende jaren mogen rekenen op een gestage groei van rond 2%. Voor belangrijke sectoren als de bouw en de zakelijke dienstverlening praten we al snel over prognoses van het dubbele of meer zelfs. Daar hadden we 5 jaar geleden met zijn allen voor getekend.
En ik zeg het nog maar een keer: die groei zelf hebben we voor het allergrootste deel aan u te danken. Aan de ondernemers van Nederland en aan de mensen die voor u werken. De overheid verdient geen euro's. Als kabinet zijn we vooral bezig geweest - en nog steeds - met zorgen voor de juiste randvoorwaarden. Er zijn grote hervormingen doorgevoerd die echt zonder precedent zijn in onze parlementaire geschiedenis. We hebben de structuur van onze economie en arbeidsmarkt versterkt, het begrotingstekort teruggedrongen en de zorg en andere voorzieningen veilig gesteld voor de toekomst. Voor het eerst in jaren konden de lasten voor mensen en bedrijven weer naar beneden en dat is extra zuurstof voor de economie. Natuurlijk is dat werk nooit helemaal af, maar ik geloof echt dat ons land er beter voor staat dan 5 jaar geleden.
U begrijpt dat ik niet snel met instemming socialistische economen aanhaal. Maar ik maak een uitzondering voor Willem Vermeend en Rik van der Ploeg die in de Telegraaf van 3 april in hun column het volgende schreven - en ik citeer dus niet het verkiezingsprogramma van de VVD.
'Europees gezien horen we met onze groei, het lage tekort, de lage staatsschuld, een sterk bedrijfsleven, positieve koopkracht en een relatief lage werkloosheid tot de best presterende landen. Nederland zit nu in de kopgroep, naar in 2012 was dat de Europese achterhoede. (…) Volgens internationale denktanks en economische deskundigen' - ik citeer nog steeds - 'zijn de belangrijkste verdiensten van Rutte 2 het gezond maken van de overheidsfinanciën, de sterke economie en het behoud van de sociale verzorgingsstaat in een wereld waarin zorg en sociale zekerheid op de tocht staan.' En nu stop ik maar even met citeren, anders wordt het gênant.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Vermeend en Van der Ploeg ook kritische noten kraken, onder andere dat de werkloosheid echt nog een groot probleem is en extra aandacht vraagt. Maar eerlijk gezegd: daar ben ik het mee eens. Meer banen voor mensen is en blijft de grootste sociaal-economische opgave waar we voor staan. Maar u en ik weten ook hoe en waar die banen ontstaan. Door economische groei en in bedrijven die kansen zien en die ook verzilveren. En tegen u zeg ik: dat moment om te investeren en kansen te grijpen is nu.
Groei en banen zijn twee kanten van dezelfde medaille. Dat is zo in eigen land en dat is zo in Europa. En ik kan u zeggen: in alle hectiek en al het mediageweld rond de vluchtelingencrisis zijn we daar als fungerend voorzitter van Europa ook druk mee bezig. Want op de interne markt ligt nog zo ongelooflijk veel terrein braak en hangt nog zoveel laaghangend fruit, vooral op de dienstenmarkt en de digitale markt. Als we alles uit de interne markt halen wat er in zit, kan de Europese economie groeien met zo’n1250 miljard euro. Dat is 2x de Nederlandse economie. Dat kunnen en mogen we niet zomaar laten schieten.
Het moet daarom echt nog veel makkelijker worden om zaken te doen over de grens, juist ook voor het Nederlandse MKB. Maar in de praktijk zijn er nog teveel belemmeringen. Bouwbedrijven hebben bijvoorbeeld op EU-niveau te maken met 115 verschillende richtlijnen en verordeningen, bovenop nationale en lokale regels. Ander voorbeeld: nog steeds moeten in de EU treinen bij de grens van machinist wisselen omdat beroepskwalificaties niet worden erkend. En nog steeds zijn beroepen als bakker en fotograaf in sommige lidstaten gereglementeerd. Ook dat is de interne markt – of beter gezegd: het gebrek eraan. En ook dat moet ons motiveren om het beter te doen. Nederland gaat daar de komende drie maanden nog heel hard aan trekken.
En ook daarom, dames en heren, is het goed hier weer te zijn en die positieve energie weer te voelen. Die neem ik de komende tijd mee naar Den Haag en naar Brussel. Dank u wel.