Tweede Kamer stemt in met extra rechten slachtoffers in strafproces
Slachtoffers van delicten krijgen straks bij hun eerste contact met politie en Openbaar Ministerie direct alle informatie over hun rechten: bijvoorbeeld over de mogelijkheden voor bescherming en juridisch advies. Maar ook wat de mogelijkheden zijn voor een schadevergoeding en hoe de aangifte verloopt. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) waarmee de Tweede Kamer heeft ingestemd.
De nieuwe regeling zet de Europese richtlijn 'minimumnormen voor slachtoffers' om in Nederlands recht. In Nederland heeft het slachtoffer al een stevige rechtspositie, maar die wordt nu verder uitgebreid. De rechten van slachtoffers gelden vanaf het moment van aangifte tot de zaak tegen de verdachte door de rechter is afgedaan.
Verder krijgt de omgang met minderjarige slachtoffers meer aandacht in de praktijk van politie, openbaar ministerie en andere organisaties. De behoeften van minderjarige slachtoffers worden onderdeel van de opleidingen van de medewerkers van de organisaties die contact hebben met deze slachtoffers.
Een belangrijk nieuw punt is dat slachtoffers een individuele beoordeling krijgen, met als doel na te gaan of zij in aanmerking komen voor bijzondere beschermingsmaatregelen.
Doel van de richtlijn is ervoor te zorgen dat slachtoffers van strafbare feiten straks in alle EU-lidstaten passende informatie, ondersteuning en bescherming krijgen en aan het strafproces kunnen deelnemen. Dan gelden binnen de Europese Unie voor slachtoffers dezelfde minimumrechten. Als een Nederlander in een andere lidstaat slachtoffer wordt van een misdrijf, kan hij in dat land een beroep doen op dezelfde minimumrechten, zoals het recht op een tolk of taalkundige ondersteuning bij de aangifte en kosteloze toegang tot slachtofferhulp.