Ministerraad 8 april 2016
Inleidend statement minister-president Rutte:
Zo, vol huis. Goedemiddag.
We hebben vandaag gesproken, uiteraard, over het referendum, over het associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne. De uitslag is duidelijk. De officiële uitslag moet geloof ik nog komen, maar de uitslag lijkt toch wel heel helder, dat het nee-kamp zeer overtuigend heeft gewonnen. De opvatting van het kabinet heb ik al eerder gemeld, die is dat we met deze uitslag in de hand niet zonder meer door kunnen gaan met ratificatie van het associatieverdrag. We gaan nu een proces in dat stap voor stap zal gaan. De eerste stap is dat het kabinet uiteraard hier over spreekt. Dat hebben we vandaag gedaan, zullen we ook vaker over te komen spreken om heel goed te bezien wat de implicaties zijn en ook heel zorgvuldig bekijken wat de vervolgstappen zijn. Duidelijk is dat bepaalde grieven en zorgen in het debat de boventoon voerden, zoals de zorg dat het associatieakkoord impliceert dat Oekraïne op termijn lid zou worden van de Europese Unie. Maar bijvoorbeeld ook de vrees dat militaire samenwerking ook een veiligheidsgarantie voor Oekraïne betreft. Ik noem maar een paar elementen die je in het debat hoorde. Er zijn ongetwijfeld meer aspecten te benoemen. Wat we nu gaan doen is het gesprek aangaan met uiteraard de Tweede Kamer. Ik dacht dat het debat gepland staat voor volgende week woensdag. We zullen uiteraard ook in gesprek gaan met onze Europese partners, contact houden met Oekraïne zelf. Dat is een complex proces. Het is 'uncharted waters', het is niet eerder gebeurd. Het is echt een heel nieuw fenomeen waar we mee zitten, onontgonnen terrein. Ik heb ook gezegd, het kan echt wel enige tijd gaan duren. Ik had het woensdag nog over weken, ik heb er donderdag al maanden van gemaakt. Was het maar omdat de eerstvolgende Europese Raad pas eind juni is. Dus dat gaat echt nog wel even duren. En dat is wat ik daar op dit moment over kan zeggen. U gaat mij vast proberen dadelijk nog meer erover los te trekken.
Dan is deze week een begin gemaakt met de uitvoering van de afspraken tussen de Europese Unie en Turkije over het indammen van de migratiestroom. We zien dat de eerste irreguliere migranten zijn teruggebracht vanuit Griekenland, vanuit de eilanden naar Turkije. Belangrijk signaal dat het geen zin heeft die dure, maar vooral ook levensgevaarlijke overtocht te maken, die tocht over de Egeïsche Zee waar ook helaas regelmatig mensen zijn omgekomen. We zijn ook begonnen met de hervestiging van Syrische vluchtelingen uit Turkije naar de Europese Unie. Nu eerst een groepje naar Duitsland, Finland en Nederland. Maar je ziet dat steeds meer landen in Europa zich melden, ook uit Oost-Europa, die zeggen: wij gaan meedoen met dit hervestigingsprogramma. Tegelijkertijd wordt er natuurlijk met man en macht gewerkt om de asielaanvragen op Griekse eilanden te behandelen, wordt er gewerkt aan de verdere juridische inbedding van een en ander. Er moet dus nog veel gebeuren, maar de eerste signalen over de uitvoering van de afspraken zijn hoopgevend. U weet dat voor het indammen van de migratiestroom, wij werken vanuit een en-en-en aanpak. De afspraken EU-Turkije zijn daar maar één aspect van, andere aspecten zijn de afsluiting van de westelijke Balkan-route, de maatregelen die voortkomen uit de Valletta-top, de maatregelen die we ook nationaal nemen. Belangrijke andere maatregel daarbij is dat we de buitengrenzen van de Europese Unie goed controleren. Want alleen dan kunnen we het vrij verkeer van de EU garanderen. Daarom is het denk ik heel goed, dat onder het Nederlandse voorzitterschap, complimenten aan allen die er aan gewerkt hebben, dat de EU-lidstaten een gemeenschappelijk standpunt hebben bepaald over de voorstellen voor een Europese grenswacht. En het doel is nu, het doel was in ieder geval in ons voorzitterschap, een gemeenschappelijk standpunt van de lidstaten te bereiken. Dat is al gelukt. Dus we gaan nu kijken of het misschien zelfs wel lukt in ons voorzitterschap om ook een akkoord met het Europese Parlement te bereiken. Dat zou echt geweldig zijn.