Eerste Kamer steunt versterking aanpak faillissementsfraude
De Eerste Kamer heeft vandaag met algemene stemmen twee wetsvoorstellen aanvaard van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) die de bestrijding van faillissementsfraude versterken. De beide maatregelen, die naar verwachting op 1 juli 2016 in werking treden, maken deel uit van het wetgevingsprogramma ‘Herijking Faillissementsrecht’. Van der Steur: ‘ De aanvaarding van deze wetsvoorstellen is belangrijk voor de opsporingspraktijk. Zowel langs civielrechtelijke als strafrechtelijke weg kan laakbaar handelen bij of voorafgaand aan faillissementen beter worden aangepakt’.
Het eerste wetsvoorstel dat werd aangenomen, regelt dat een malafide bestuurder maximaal vijf jaar geen rechtspersoon meer mag besturen - of daar commissaris mag blijven of worden - als de rechter een civiel bestuursverbod heeft opgelegd. Minister Van der Steur wil verhinderen dat malafide bestuurders hun activiteiten kunnen blijven voortzetten door hun fraudeleuze activiteiten te maskeren via een web van rechtspersonen of door steeds nieuwe ondernemingen op te richten en deze vervolgens failliet te laten gaan.
Daarnaast stemde de Eerste Kamer in met een wetsvoorstel dat de strafrechtelijke mogelijkheden verruimt om effectiever en harder op te treden tegen frauduleuze faillissementen. Fraudeurs ontspringen nu vaak de dans als de curator een lege boedel aantreft. Activa van de onderneming blijken voor het intreden van het faillissement al weggesluisd en er is opzettelijk geen administratie gevoerd. Dit maakt 'terugrechercheren' moeilijk. Om faillissementsfraude beter te kunnen aanpakken komt er daarom onder andere een aparte strafbaarstelling van overtreding van de administratieplicht bij faillissement.