Koenders: verleden in Indonesië onder ogen zien
‘In onze relatie met Indonesië staat de toekomst centraal. Maar we kunnen niet vooruit kijken zonder ook ons verleden onder ogen te zien.’ Dat zei minister Koenders (Buitenlandse Zaken) donderdag in het Erasmus Huis in Jakarta, waar hij een grote groep jongeren toesprak. ‘We moeten de moed hebben om terug te blikken.’
Volgens Koenders is dat niet altijd makkelijk. ‘Na de uitroeping van de Onafhankelijkheid kwam een lang, moeizaam en pijnlijk proces op gang, met veel menselijk leed en verliezen. Dit zijn zwarte pagina’s in onze geschiedenis.’
De minister refereerde in de toespraak aan de excuses die Nederland in 2005 maakte voor het geweld na het uitroepen van de Onafhankelijkheid. Koenders sloot zich aan bij die spijtbetuiging over de pijnlijke en gewelddadige wijze waarop de wegen van Indonesië en Nederland zich destijds hebben gescheiden.
De minister riep ook op om met open vizier en onbevooroordeeld naar het verleden te kijken. ‘We moeten het verleden bespreken en onderzoeken, opdat we niet vergeten’, zei Koenders. ‘Daar hoort ook bij dat we bereid moeten zijn de hand in eigen boezem te steken en te erkennen dat er fouten gemaakt zijn en vreselijke dingen gebeurd zijn. We moeten eerlijk durven zijn over de donkere kanten van de geschiedenis.’
Volgens Koenders blijven Nederland en Indonesië nauw met elkaar verbonden, ondanks de gebeurtenissen uit het verleden. ‘Onze gedeelde geschiedenis biedt een basis voor een gedeelde toekomst,' zei hij in het Erasmus Huis, waar veel studenten, jonge politici, en ondernemers aanwezig waren.
‘Juist in Indonesië, waar 40 procent van de bevolking jonger dan 24 is, heeft de jeugd de toekomst. We moeten ons allebei richten op steeds nauwere samenwerking.’ De komende jaren zullen Nederland en Indonesië vooral op het vlak van handel, cultuur en onderwijs nauw samen optrekken.
Eerder op de dag sprak Koenders met zijn Indonesische ambtgenoot Retno Marsudi. Dat ging ook over mensenrechten, een belangrijk onderwerp in de dialoog met Indonesië. ‘We zien veel vooruitgang, maar er blijven ook punten van zorg’, aldus Koenders, die onder meer de bescherming van homorechten en religieuze minderheden ter sprake bracht, net als de situatie op Papua.
‘Het is belangrijk dat er aandacht is voor preventie van geweld en dat er begrip is voor de culturele context van de Papua’s’, stelt Koenders. Nederland ondersteunt daarom programma’s in Papua en de Molukken om de relatie tussen de lokale bevolking en de politie te verbeteren.
Koenders heeft verder aangegeven dat Nederland tegenstander is van de doodstraf. ‘We verschillen hierover fundamenteel van mening. Daarom moeten we met elkaar in gesprek blijven’, vindt hij.