Korte toespraak van minister-president Rutte in de Tweede Kamer naar aanleiding van de aanslagen in België
Mevrouw de voorzitter,
De stroom aan nieuwsberichten en de indringende beelden die ons al de hele dag uit België bereiken, zijn schokkend en triest. Zoveel onschuldige mensen ineens weggerukt uit het leven. Zoveel gewonden. Zoveel getroffen gezinnen en families. Daden als deze zijn onmenselijk.
Wij denken nu in de eerste plaats aan de slachtoffers en nabestaanden. Zij zijn in ons hart. Het verdriet, het gemis en de onzekerheid zijn bijna niet voorstelbaar. Nog compleet onwerkelijk eigenlijk.
Maar wat ik hier, in het hart van onze democratie, vooral wil zeggen, is dat wij naast hen staan en met hen rouwen. Want Nederland en België delen meer dan een grens, meer dan een gewone vriendschap. Die bijzondere band voelen wij nu extra sterk. Wij zijn intens verbonden met u, onze vrienden in België, en we houden elkaar goed vast.
Onwillekeurig denken we op dit moment terug aan eerdere aanslagen - in Brussel, Madrid, Istanbul, Londen, Parijs, Ankara, Kopenhagen. We moeten reëel zijn: onze manier van leven ligt onder vuur. Juist daarom is het zo belangrijk als democratische samenlevingen pal te blijven staan voor de waarden van vrijheid, beschaving en openheid. We moeten waakzaam en scherp zijn en we nemen extra maatregelen als dat nodig is. Maar de angst mag en zal ons niet gaan regeren. Daarvoor is onze samenleving, is onze manier van leven, te sterk.
Mevrouw de voorzitter,
Brussel, België en heel Europa zijn vandaag in het hart geraakt. Op dit moment, zo kort na de aanslagen, zijn wij stil en scharen ons aan de zijde van slachtoffers en nabestaanden. Waakzaam en vastberaden om alles te beschermen wat goed is, waar we in geloven en waar we voor staan.
Dank u wel.