Korps Commandotroepen onderscheiden voor uitzonderlijke dapperheid
Met groot ceremonieel is het Korps Commandotroepen vanmorgen door koning Willem-Alexander onderscheiden met Nederlands hoogste dapperheidsonderscheiding. De elite-eenheid ontving op het Haagse Binnenhof de Militaire Willems-Orde voor moed, beleid en trouw, betoond tijdens 170 operaties in Afghanistan.
Beeld: ministerie van Defensie
‘Onverschrokken zijn te midden van intens gevaar. Bereid zijn offensief te handelen en daarbij bewust risico’s te lopen.’ Het zijn een paar zinnen uit de motivatie van het Kapittel der Militaire Willems-Orde. Dat adviseerde minister Jeanine Hennis-Plasschaert positief over het toekennen van de onderscheiding
Groepsonderscheiding
Namens het gehele Korps Commandotroepen (KCT) stond commandant kolonel Jelte Groen tijdens de uitreiking met het vaandel tegenover de koning. De majesteit hechtte daar het onderscheidingsteken aan dat bij de Militaire Willems-Orde hoort. Het KCT krijgt de groepsonderscheiding mede omdat vrijwel alle militairen van het korps van maart 2005 tot september 2010 1 of meerdere keren zijn ingezet in Afghanistan. Tijdens de vele operaties raakten ze meer dan 110 keer in gevecht.
Over de getoonde moed, bestaat geen enkele twijfel volgens het Kapittel. Kleine eenheden stonden vaak tegenover een overmacht aan vijanden in afgelegen gebieden zonder de directe aanwezigheid van hulptroepen. Ondanks de grote risico’s kozen de commando’s toch vaak voor de confrontatie om hun opdrachten te voltooien.
Through hell
Minister Hennis: 'Het optreden van de commando’s is niet vanzelfsprekend en niet los te zien van de geschiedenis van het korps. Opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog, naar voorbeeld van de Britse commando-eenheden, die op hun beurt een paar jaar daarvoor in het leven waren geroepen. Dit op last van toenmalig premier Winston Churchill. Het was Churchill die zei: If you are going through hell, keep going!
Een van die momenten dat de commando’s doorgaan onder helse omstandigheden, is op 6 september 2009. Die dag sneuvelt korporaal Kevin van de Rijdt. Hij laat als enige commando het leven in de betreffende periode. Die dag laten de commando’s ook zien wat ‘Never leave a man behind’ voor hen betekent. Onder zwaar vijandelijk vuur van mortieren, raketgranaten en mitrailleurs halen zij de zwaargewonde Van de Rijdt uit de hinderlaag.
Voorkomen burgerslachtoffers
Het Kapittel is ook onder de indruk van het beleidvolle gebruik van geweld. Meerdere keren besloten commando’s om geen vuursteun in te roepen vanwege de kans op burgerslachtoffers. Het KCT liet zo zien oog te hebben voor het hogere doel van de missie: de wederopbouw van Afghanistan.
Zo namen vijandelijke strijders tijdens een operatie een observatiepost onder vuur. De forward air controller die de luchtsteun coördineerde, blies de opgeroepen luchtsteun af toen hij een kind ontdekte tussen de strijders. Gevolg was wel dat de eenheid nog 18 uur onder vuur lag voordat ze werden ontzet.
Excelleren dankzij collega’s
De commando’s konden ook excelleren dankzij binnen- en buitenlandse collega’s. Hennis: 'De intensieve samenwerking tussen de commando’s en de speciale eenheden van de mariniers mag hier niet onbenoemd blijven. En natuurlijk vele andere mannen en vrouwen, van alle krijgsmachtdelen, wapens en dienstvakken!'