Ministerraad 11 maart 2016

De cijfers van het Centraal Planbureau van de afgelopen week over de jongste economische vooruitzichten, uit het zogenaamde Centraal-Economisch Plan zoals het dan heet in deze fase - het CEP - die gebruiken wij natuurlijk als basis voor het opstellen van de begroting van 2017. Als je kijkt naar die cijfers dan, zou ik zeggen: ze leiden niet tot uitbundigheid, maar ze leiden wel tot enige tevredenheid. Je ziet dat we aan het profiteren zijn van de hervormingen die zijn doorgevoerd en dat ondanks de internationale tegenwind er sprake is van een robuuste groei van de Nederlandse economie. Ook het overheidstekort, dat ontwikkelt zich in de richting die wij in het regeerakkoord tot doel hadden gesteld. Dus dat is ook goed nieuws. We zien dat de werkloosheid verder daalt, doordat ook steeds meer mensen aan de slag komen. Er melden zich ook steeds meer mensen op de arbeidsmarkt, waardoor die werkloosheid minder snel daalt in z'n totaal dan je zou willen, maar daaronder ligt dus wel dat heel veel meer mensen aan het werk komen. En we blijven ons ervoor inzetten om die werkloosheid ook de komende tijd verder te laten dalen, die moet verder omlaag. En natuurlijk houden wij de vinger aan de pols bij de internationale economische ontwikkelingen: China, Brazilië, de situatie en de ontwikkelingen in Europa die natuurlijk van invloed kunnen zijn op de verdere stand van zaken hier in Nederland.

Ik heb in de ministerraad ook verslag gedaan van de EU-Turkije-Top, die afgelopen maandag plaatsvond. Het doel is en blijft om de komst van vluchtelingen te verminderen. De huidige instroom is te hoog. Zowel in Europa als ook in Nederland zie ik perspectief om die vluchtelingenstroom naar beneden te krijgen en ook in goeie banen te leiden. Het aantal mensen, daar gaat het vooral om in die gesprekken met Turkije, dat illegaal oversteekt van Turkije naar Griekenland, dat moet omlaag. En uiteindelijk kan dat maar op één manier en dat is dat je dat businessmodel van die smokkelaars, het businessmodel van die lui die bootjes aanschaffen en mensen laten overvaren, dat je dat businessmodel kapotmaakt. We werken nu met de Turken aan een plan om een einde te maken aan de irreguliere en ook ongecontroleerde en daarmee zeg maar die levensgevaarlijke boottochtjes. Wat we maandag al hebben afgesproken - dat is een afspraak - is dat Turkije migranten terugneemt die geen internationale bescherming hebben, dus de mensen die niet worden toegelaten tot de asielprocedure. Die afspraak staat nu, die nemen de Turken terug. Maar, en dat was de grote ontwikkeling zondag en maandag, heeft Turkije zich ook bereid verklaard om alle migranten terug te nemen die in Griekenland aankomen, dus zowel Syriërs als niet-Syriërs. En de bedoeling is nu dat we daarbij een afspraak maken dat je zegt: voor een paar weken, iedere Syriër die wordt teruggestuurd, die vervangen we door iemand uit een kamp. Diegene die wordt teruggestuurd eindigt onderaan de lijst of komt überhaupt nooit meer in aanmerking voor programma's en je haalt iemand anders uit een kamp. Dat hoef je, denken we, een week of twee, drie, vier te doen en dan is het duidelijk dat als je geld betaalt om over te steken, dat het zinloos is, dat je geen kans maakt om in Europa te blijven.

Het is wel ambitieus, het is complex, er zal echt nog het nodige moeten gebeuren tussen nu en de Europese Raad van volgende week donderdag en vrijdag om dit handen en voeten te geven, laten we daar heel duidelijk over zijn. Tegelijkertijd zeg ik wel dat die samenwerking met Turkije cruciaal is om uiteindelijk die stroom uit Turkije naar Griekenland in te dammen. Maar er is wel meer aan de hand. We kunnen niet alleen op Turkije vertrouwen, we zullen ook andere maatregelen moeten nemen. Dus in die zin is het echt én-én-beleid en niet of-of. We hebben alle maatregelen nodig: het wegnemen van de grondoorzaken, dus wat we doen met elkaar als internationale gemeenschap in Syrië om het conflict daar te beëindigen, de NAVO-missie in de Egeïsche Zee die van start is gegaan, de bewaking van de buitengrenzen, de bijdrage daaraan door Frontex, het bijstaan van Griekenland bij de bewaking van de grens met Macedonië en Albanië. We zien op dit moment, ook dat is een ontwikkeling van de laatste drie, vier weken, ook daar een ontwikkeling in de afgelopen drie, vier weken dat je eigenlijk ziet dat die Balkanroute, dat die gewoon nu is afgesloten en dat er feitelijk nu ook besloten is dat er een einde moet komen aan het 'durchwinken', de 'wavethrough', het laten doorlopen van mensen van het ene land naar het andere land. Tegelijkertijd, humanitair verschrikkelijke beelden van de grens tussen Macedonië en Griekenland, waar mensen letterlijk nu in de modder zitten. En dat betekent dat er echt humanitair geholpen moet worden. Nederland heeft vorige week een grote bijdrage geleverd, daar zullen we mee doorgaan. Alle hulp die gevraagd wordt, die zullen wij proberen te leveren. Ik denk, en dat is paradoxaal, dat nu duidelijk is dat die grens dicht is, dat ook die laatste 300 die er per dag nog doorheen gingen, dat dat niet meer gebeurt. Dat dat ertoe zal leiden dat mensen niet meer als in een soort loterij denken: misschien zijn wij één van die 300 vandaag uit die 13, 14, 15.000 die er doorheen kan. Dat dat ertoe zal bijdragen dat het ook voor de Griekse regering mogelijk wordt de komende tijd om de mensen te bewegen naar andere plekken te gaan, waar wel fatsoenlijke opvang kan worden geboden in plaats van bij die verschrikkelijke situatie pal bij die Macedonisch-Griekse grens. Op al die onderdelen leveren wij een bijdrage, onder andere het fregat Van Amstel dat gaat deelnemen aan de NAVO-missie in de Egeïsche Zee. Met veel andere landen zullen we daar actief zijn en uiteindelijk is dus de ambitie - zoals u weet - een sluitende Europese aanpak op alle fronten om het asielvraagstuk, het migratievraagstuk onder controle te krijgen. En ik zal mij daar komende weken ook intensief voor inzetten, samen met Donald Tusk en Jean-Claude Juncker.