Kabinet vraagt steun parlement voor garantie voor Europees afwikkelingsfonds voor probleembanken
Zoals binnen de Europese Bankenunie in december 2013 overeengekomen en medegedeeld aan de Tweede en de Eerste Kamer, gaan de lidstaten van de Bankenunie een garantie bieden aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (SRF). Over de uitwerking daarvan zijn afgelopen december de laatste afspraken gemaakt door de ministers van Financiën van de 28 EU-landen.
Die uitwerking betekent dat Nederland een garantie afgeeft van maximaal 4,1635 miljard euro voor het SRF. De garantie kan uitsluitend worden ingezet voor de afwikkeling van Nederlandse banken. Het kabinet vraagt de Tweede en Eerste Kamer daarmee akkoord te gaan, blijkt uit een brief van minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën dinsdag aan de Tweede Kamer.
Het afwikkelingsfonds moet een omvang krijgen van 55 miljard euro en zal de komende acht jaar gevuld worden door de Europese banken. Tot het moment dat het fonds per 1 januari 2024 volledig gemeenschappelijk is, zijn garanties nodig van de eurolanden. Nederland staat volgens de gebruikelijke verdeelsleutel van het fonds garant voor maximaal 4,1635 miljard euro.
Dat garantie kan alleen worden ingezet voor Nederlandse banken in de problemen. Het wordt alleen gebruikt als er onvoldoende middelen in zowel het Nederlandse deel van het afwikkelingsfonds als in het gezamenlijke deel zitten. Naarmate het fonds gevuld wordt met bijdragen van banken, wordt de betekenis van de garantie steeds minder.
Op het fonds kan een beroep worden gedaan als een bank in problemen moet worden afgewikkeld. Er kan geen beroep op het fonds worden gedaan voor directe herkapitalisatie of het opvangen van verliezen van een bank. In dat geval moeten eerst de aandeelhouders en schuldeisers worden aangeslagen.
Indien nog nodig wordt vervolgens gekeken naar de middelen in het afwikkelingsfonds. Als er niet genoeg geld zit in het fonds, kan de gemeenschappelijke afwikkelingsraad SRB (die besluit over de afwikkeling van banken) ex post bijdragen ophalen bij de bankensector van het land waar de betreffende bank gevestigd is, of zelf lenen op de geldmarkt. Pas als ook dat geen soelaas biedt, kan een beroep worden gedaan op de garantie. De Nederlandse garantie kan alleen worden aangesproken bij het afwikkelen van Nederlandse banken in de problemen.
Minister Dijsselbloem heeft de garantie opgenomen in een incidentele suppletoire begroting. Als de Tweede en Eerste Kamer instemmen met de aanvullende begroting, kan de leenovereenkomst met de SRB worden getekend. Mocht de SRB ooit een beroep willen doen op de Nederlandse garantie, dan zal de minister de Tweede Kamer daarover vooraf vertrouwelijk informeren.