Kabinet pakt onwenselijk gedrag salafistische organisaties aan
Salafistische organisaties in ons land worden in kaart gebracht om onwettig en onwenselijk gedrag te voorkomen. Ook krijgen gemeenten en scholen steun bij de aanpak van grensoverschrijdend gedrag door salafistische organisaties. Doel is om onverdraagzaamheid en het prediken van haat vanuit salafistische stromingen in ons land aan te pakken en te voorkomen dat kinderen worden geïsoleerd van onze samenleving. Dat schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens zijn collega van Veiligheid en Justitie, vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Om lokale overheden en onderwijsinstellingen te helpen is er een handreiking ontwikkeld waarmee beoordeeld kan worden of het gedrag van een religieuze organisatie grensoverschrijdend is. Ook biedt deze handreiking praktische informatie over hoe bijvoorbeeld een gemeente hier vervolgens mee om kan gaan. Het kabinet gaat samen met gemeenten voortdurend informatie uitwisselen over de ontwikkelingen binnen de salafistische stromingen in ons land. Daarnaast gaat het ministerie van SZW gemeenten adviseren die te maken krijgen met mogelijke spanningen rond dit thema. In zijn brief geeft Asscher aan de zorgen van de Tweede Kamer over de opkomst van het salafistisch gedachtegoed in ons land te delen. Voor intolerantie moeten we intolerant zijn.
De basis van onze rechtsstaat is de individuele vrijheid. Daarom wil het kabinet niet een religie verbieden of treden in de persoonlijke geloofsopvatting van mensen. Dat verandert zodra anderen gevaar lopen of in hun vrijheid beperkt worden. Tegen haatzaaien en het ronselen voor de gewapende strijd wordt streng opgetreden. Daar is het strafrecht het middel voor. Organisaties die zich niet aan de wet houden, kunnen verboden worden. Maar ook bij gedrag dat niet onwettig maar wél onwenselijk is, zijn er middelen om op te treden.
De minister noemt als voorbeeld de situatie waarbij een omstreden prediker uit de EU door een salafistische organisatie wordt uitgenodigd om te spreken op een congres. Een visum kan in zo’n geval niet geweigerd worden omdat het een EU-ingezetene betreft. Maar een gemeente kan dan wel degelijk in actie komen. Zo kan een burgemeester publiekelijk stelling nemen tegen de komst van de prediker of op basis van de openbare orde de conferentie verbieden. Hij kan ook de uitnodigende organisatie confronteren met hun dubieuze gastspreker. De politie of het OM kan de conferentie bijwonen om vast te stellen of er strafbare uitlatingen worden gedaan.
Het kabinet wil verder in Europees verband bespreken hoe om te gaan met spanningen tussen religieuze vrijheden en onwenselijk gedrag van salafistische organisaties. Ook wil Nederland in gesprek met de Golfstaten om meer inzicht te krijgen in de herkomst van financiering vanuit die landen aan organisaties in ons land.