Ministerraad 19 februari 2016
Goedemiddag. Zoals U weet is de minister-president in Brussel voor de Europese Raad voor Regeringsleiders. Een aantal hele belangrijke onderwerpen die daar nu besproken worden: de discussie over het referendum in het Verenigd Koninkrijk en natuurlijk ook de migratieproblematiek. Die migratieproblematiek vergt ook echt een internationale aanpak. Er is geen land dat dat alleen zou kunnen oplossen. Betekent dat we binnen Europa moeten zorgen voor het onder controle krijgen en beperken van de instroom. Daarbij zetten we in op een breed pakket aan maatregelen: verbeteren van de opvang daar, in de regio, mensen meer perspectief geven, het versterken van de buitengrenzen van Europa. Afspraken maken met de landen in de Westelijke Balkan, het installeren van hotspots waar mensen kunnen worden opgevangen en geregistreerd. Effectief terugkeerbeleid, maar ook een eerlijke verdeling van vluchtelingen over Europa. En als onderdeel van al die maatregelen het actieplan EU-Turkije. Nederland zelf biedt intussen fatsoenlijke, maar sobere opvang aan de mensen die hier naartoe gekomen zijn. We doen wat mogelijk is en we doen wat nodig is. En voor de mensen die hier straks mogen blijven geldt dat 'blijven is meedoen. Blijven is meedoen wil zeggen dat je zo snel mogelijk de taal moet leren, dat je de Nederlandse normen en waarden moet accepteren, die ook nodig zijn om hier goed te kunnen functioneren en dat je zo snel als mogelijk is ook een bijdrage kunt gaan leveren, op zoek moet naar werk. In de tussentijd zal je zien dat er soms tijdelijke noodmaatregelen nodig zijn. We zien weliswaar voortgang op een aantal van die Europese dossiers maar het gaat ook niet snel genoeg. Uiteindelijk, wat voor tijdelijke maatregelen ook zullen worden genomen, gaat het om het vinden van een internationale aanpak op Europees niveau. De gesprekken in Brussel zijn nog gaande. U heeft ongetwijfeld vandaag ook allerlei berichten daarover gehoord. Voor nieuws over wat daar is afgesproken verwijs ik echt naar de persconferentie van de minister-president na afloop. In Nederland zagen we de afgelopen week goede cijfers van het CBS. Een verdere daling van de werkloosheid, 14.000 per maand gemiddeld afgelopen drie maanden. De werkloosheid staat nu op 6,5% van de beroepsbevolking. Dat was op de piek bijna 700.000 mensen, toen stonden we tegen de 8% aan werkloosheid. Dat gaat echt de goede kant op, een daling die doorzet in het nieuwe jaar, maar we zijn er nog niet. De werkloosheid is nog steeds relatief hoog, 574.000 mensen willen ook graag een baan. Bovendien werd dat goede nieuws deze week echt overschaduwd door het drama bij V&D, icoon van de Nederlandse winkelstraten, dat is omgevallen en met een enorme hoeveelheid hele loyale, betrokken medewerkers die het slechte nieuws kregen dat er geen doorstart kwam. Buitengewoon triest om te constateren dat voor die mensen nu het zoeken naar een baan weer is begonnen. We zullen er alles aan doen om ze daarbij te helpen. Maar dat was wel deze week heel somber nieuws voor de medewerkers van V&D en voor de medewerkers van bedrijven die daar direct mee verbonden zijn.