Wetsvoorstel bescherming naam universiteit en hogeschool naar Kamer
Het wetsvoorstel dat de bescherming van de naam universiteit en hogeschool regelt ligt ter behandeling in de Tweede Kamer.
Minister Bussemaker wil met het voorstel een einde maken aan de praktijk dat instellingen zich ten onrechte universiteit, university (of applied science) of hogeschool noemen en studenten daardoor misleiden. Met het wetsvoorstel wordt onterecht gebruik van de namen verboden.
Een uitzondering is gemaakt voor instellingen die geen inschrijvingsgeld vragen en geen graden afgeven, zoals de Kleuteruniversiteit en de Universiteit van Nederland. Ook Volksuniversiteiten en –hogescholen zijn uitgezonderd, omdat zij geen graden in het vooruitzicht stellen en maatschappelijk gevestigde instituten zijn die deze naam al lang dragen.
Accreditatie kwijtraken
In het wetsvoorstel wordt ook geregeld dat ook niet-bekostigde instellingen in het hoger onderwijs bij studenten maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef moeten bevorderen. Dit was al geregeld voor bekostigde instellingen.
Deze wijziging betekent concreet dat een niet-bekostigde onderwijsinstelling die de wet overtreedt haar status en daarmee haar accreditatie kan kwijtraken. Verlies van de accreditatie betekent dat studenten aan de betreffende opleiding geen door OCW erkende graad kunnen krijgen.
Aanleiding voor de wetswijziging vormen onder andere beledigende uitspraken van de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR). De minister kon daartegen geen stappen ondernemen omdat de IUR geen bekostigde instelling is. Met de wetswijziging wordt het straks mogelijk om hiertegen wel op te treden.