Senaat stemt in met wetsvoorstellen Veiligheid en Justitie
De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met twee wetsvoorstellen van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie). Het eerste gaat over de gerechtsdeurwaarders en bevat duidelijke regels over wie als gerechtsdeurwaarder mag optreden, in combinatie met een sterker toezicht op de beroepsgroep. Dit moet leiden tot meer kwaliteit in de uitoefening van het ambt. Verder verdienen de opleiding en het niveau van vakbekwaamheid van gerechtsdeurwaarders blijvend aandacht.
Daarnaast komt er een openbaar register voor gerechtsdeurwaarders, zodat een ieder kan nagaan of de ambtshandelingen bevoegd zijn verricht. Dat register bevat ook de nevenbetrekkingen van gerechtsdeurwaarders. Zo krijgt het publiek inzicht in de verschillende belangen die een gerechtsdeurwaarder kan hebben. Dit speelt een rol bij de eis van onafhankelijkheid, die eveneens in de wet komt te staan.
Verder worden de werkzaamheden van het Bureau Financieel Toezicht uitgebreid tot algemeen toezicht. Dit betekent niet alleen een controle op de financiёle handel en wandel van gerechtsdeurwaarders, maar ook dat de integriteit van de beroepsgroep onder de loep wordt genomen. Bij een ernstig vermoeden van klachtwaardig handelen kunnen, naast de minister van Veiligheid en Justitie, in de toekomst ook het bestuur van de KBvG en het Bureau Financieel Toezicht de tuchtrechter vragen de betrokken gerechtsdeurwaarder direct te schorsen.
Het tweede wetsvoorstel betreft het gebruik van digitale processtukken. Dit wetsvoorstel biedt de mogelijkheid de stukkenstroom in het strafproces te verbeteren en te versnellen door over te stappen van papieren naar elektronische strafdossiers. Het uiteindelijk doel is een volledig elektronisch werkproces dat de voordelen van digitalisering binnen de strafrechtsketen maximaal benut.
Digitalisering is een belangrijke voorwaarde om strafzaken beter af te wikkelen. Dossiers komen daardoor sneller beschikbaar, de administratieve rompslomp vermindert en zaakstromen zijn beter te volgen. Dat zorgt voor meer kwaliteit in zaaksafhandeling, voor minder ongewenste uitstroom en past in het programma om de strafrechtsketen te verbeteren en versterken, een speerpunt in het beleid van het kabinet.
Een verdachte, zijn raadsman, een slachtoffer of een getuige, kunnen er baat bij hebben om via internet in contacten te leggen met het Openbaar Ministerie of het gerecht. Ze kunnen dan sneller en eenvoudiger communiceren, bijvoorbeeld om aangifte te doen, verzoeken in te dienen of in hoger beroep te gaan. Bij elektronische verzending moet vast te stellen zijn van wie het stuk afkomstig is en of het authentiek en betrouwbaar is. In het wetsvoorstel staan daarvoor regels. Daarvoor moet een beveiligd webportaal worden gebruikt en, als er ondertekend moet worden, een elektronische handtekening die voldoende betrouwbaar is.