Terugkeer heer Shaban
Het ministerie van Veiligheid en Justitie ontving de afgelopen dagen veel e-mails waarin aandacht werd gevraagd voor de gedwongen terugkeer van de heer Shaban naar zijn land van herkomst. Dit laat zien dat er veel vragen leven over deze beslissing. Daarom hecht het ministerie eraan om te beschrijven hoe deze beslissing tot stand is gekomen.
Personen die in Nederland wensen te verblijven, kunnen een aanvraag indienen voor een verblijfsvergunning bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Als een aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt afgewezen of ingetrokken (bijvoorbeeld vanwege het plegen van misdrijven) kan hiertegen beroep en hoger beroep worden ingesteld bij de rechter. In dit geval mocht de heer Shaban de uitspraak op het beroep ook in Nederland afwachten.
Personen die geen verblijfsvergunning hebben, mogen niet in Nederland blijven en moeten volgens de Nederlandse wet terugkeren naar het land van herkomst. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) gaat in gesprek met de persoon en zet zich er voor in om de persoon op een zorgvuldige en humane wijze terug te laten keren naar zijn land van herkomst. Het uitgangspunt is dat een vreemdeling Nederland vrijwillig verlaat. Personen die weigeren om actief te werken aan hun vertrek, kunnen uiteindelijk gedwongen het land worden uitgezet.
In het geval van de heer Shaban is door de rechter vastgesteld dat hij geen recht heeft op een verblijfsvergunning vanwege zijn criminele antecedenten. Inmiddels is hij teruggekeerd naar Erbil in Noord-Irak. In verband met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is het niet mogelijk om verder op zijn procedure in te gaan.