30 miljoen euro voor versterking zuivel- en varkenssector
Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken gaat bijna 30 miljoen euro uit het Europese steunpakket inzetten voor verduurzaming van de melkveehouderij en vitalisering van de varkenssector. Over de uitwerking hiervan is overeenstemming bereikt met de sectorvertegenwoordigers. Met extra geld voor weidegang, weidevogelbeheer, betere milieuprestaties en de aanpak van dierziekten wordt ingezet op verdere verduurzaming van de melkveehouderij. In de varkenssector worden de extra middelen aangewend voor herstructurering en het verbeteren van de marktpositie van varkenshouders. Verder wordt fors geïnvesteerd in hoogwaardige mestverwerking voor zowel de melkvee- als varkenshouderij.
Verbeteren en versterken van zuivel- en landbouwsector
Dit schrijft staatssecretaris Van Dam woensdag 3 februari 2016 in een brief aan de Tweede Kamer. De Europese Commissie heeft de middelen beschikbaar gesteld omdat beide sectoren kampen met grote marktproblemen. Van Dam: “Het geld wordt gebruikt om beide sectoren te verbeteren en te versterken. Zo kan de Nederlandse landbouw zijn concurrentiekracht vergroten door verder in te zetten op duurzaamheid en kwaliteit. Het is belangrijk dat het extra geld nu wordt ingezet voor maatregelen die leiden tot structurele verbeteringen en innovatie in de melkveehouderij en de varkenssector.”
De bijna 30 miljoen euro wordt als volgt verdeeld:
Verduurzaming melkveehouderij
- Met de zogenoemde Kringloopwijzer brengt de zuivelboer het mineralengebruik en de uitstoot en overschotten van fosfaat en stikstof in beeld. Een efficiënt mineralengebruik leidt tot hogere gewasopbrengsten en minder uitscheiding van mineralen door dieren. Dat is goed voor het milieu én de portemonnee van de boer. Om deelname aan de Kringloopwijzer te stimuleren krijgen melkveehouder financiële steun voor de analyse van kuilvoer- en grondmonsters. (€3 miljoen)
- Melkveehouders krijgen een bijdrage in de kosten voor het bestrijden van de ziekten koeiengriep (IBR), koeiendiarree (BVD) en uierontsteking. Als de koeien gezond zijn, kan het antibioticumgebruik verder omlaag. (€3 miljoen)
- Boeren die hun koeien al vroeg in de wei laten krijgen een bonus. Doel is om komende jaren meer koeien in de wei te krijgen (van 70% naar 80% in 2020). Weidegang is goed voor de koeien, maar ook voor de weidevogels. Door half april de koeien al in de wei te laten (en het land niet te maaien) kunnen weidevogels, zoals de grutto, veilig en ongestoord broeden. Om andere boeren te helpen ook aan vroege weidegang en bescherming van weidevogels te gaan doen, wordt een kennisproject gestart waarin boeren hun ervaringen delen. De boeren kunnen ook steun krijgen als ze hun weidevogelvriendelijke zuivelproducten als onderscheidende producten op de markt brengen. (Totaal €4 miljoen)
Vitalisering varkenshouderij
- In lijn met de voorstellen van de Regiegroep Vitale Varkenshouderij wordt ingezet op de vitalisering van deze sector. De middelen worden gebuikt voor bedrijfsverplaatsingen waarmee lokale overlastsituaties structureel worden opgelost. Deze maatregel maakt onderdeel uit van een integraal herstructureringsplan dat de regiegroep uitwerkt, om zo de infrastructuur van de varkenshouderij op het gebied van ruimtelijke ordening (inpassing), bedrijfseconomie en marktrendement te versterken. (€5 miljoen)
- Verder worden de middelen ingezet voor het versterken sector door meer marktgericht te produceren en het verbeteren van de samenwerking in de keten. Varkenshouders worden gestimuleerd deel te nemen aan een nieuw uit te rollen kwaliteitssysteem door een korting te geven op de deelnametarieven. Om samenwerking in de keten te stimuleren krijgen varkenshouders korting op deelnamekosten voor opleiding en begeleiding van producentengroepen. (€5 miljoen)
Hoogwaardige mestverwerking
- De melkvee- en varkenshouders worden gestimuleerd om te investeren in technieken om mest te verwerken tot een waardevolle meststof of tot grondstoffen voor andere doeleinden. POV en ZuivelNL richten een privaat mestfonds op dat de inleg van veehouders in een mestverwerkingsinitiatief verdubbelt. Door de verdere toename van de mestverwerkingscapaciteit, dalen de mestafzetkosten en de impact van de veehouderij op het milieu. (€10 miljoen)