Staatssecretaris Van Rijn geeft startsein voor virtueel bezoek aan Sobibor
Staatssecretaris Van Rijn geeft startsein voor virtueel bezoek aan Sobibor op 30 januari 2016 in Kamp Vught.
Dames en heren,
Hoe houden we de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog levend?
Deze vraag houdt ons al enige tijd bezig en wordt steeds actueler. Nog maar weinig Ne-derlandse kinderen horen de oorlogsverhalen uit de mond van hun grootouders of andere ooggetuigen.
Ook al nemen we de verhalen van de oorlogsgetuigen op, schrijven we boeken en maken we films, het is anders om iemand in levenden lijve voor je te hebben. Iedereen van mijn generatie die de verhalen heeft gehoord van zijn of haar ouders of andere mensen die de oorlog hebben meegemaakt, zal dat beamen.
Twee jaar geleden bezocht ik samen met Jules Schelvis Sobibor. Op de plek waar eens het vernietigingskamp van de Nazi’s stond, vertelde hij mij hoe hij in 1943 op transport werd gezet van Westerbork naar Sobibor.
Hij vertelde wat hij zag toen hij aankwam in Sobibor en hoe hij het enorme geluk had om te werk te worden gesteld in een ander kamp. En hij vertelde over zijn vrouw Rachel die onmiddellijk na aankomst werd vermoord. Zoals u weet, is Jules Schelvis een van de 18 overlevenden die in Sobibor is geweest. Om op die plek uit zíjn mond zíjn verhaal te horen heeft op mij een onuitwisbare indruk gemaakt.
Jules Schelvis heeft er zijn levenswerk van gemaakt om zijn verhaal telkens opnieuw te vertellen. Maar ook daaraan komt, veel eerder dan wij willen, ooit een eind. Zoals alle stemmen van oorlogsgetuigen binnen afzienbare tijd zullen verstommen.
Het is daarom zo belangrijk dat we zoeken naar nieuwe wegen en vormen om het be-langrijke verhaal van de oorlog net zo indringend te vertellen als de ooggetuigen konden en sommigen nog doen.
Gelukkig worden we daarbij geholpen door nieuwe technieken. Eén van deze nieuwe technieken is de oculus rift. Dankzij deze bril kun je als een tijdreiziger in het verleden rondkijken. In dit geval Sobibor. Je loopt langs de veewagons die de slachtoffers naar het vernietigingskamp brachten. Je ziet de wachttorens en het prikkeldraad. Je kunt binnen-kijken in de barakken. En je ziet de stapels met kleren die achterbleven.
Het is niet hetzelfde als het verhaal over Sobibor uit de mond van ooggetuigen te horen, maar ik denk dat dit een aansprekende manier is om vooral jongeren bewust te maken van wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd.
Gekozen is voor de virtuele realiteit van Sobibor omdat dit vernietigingskamp een be-langrijke plaats in de Nederlandse oorlogsgeschiedenis inneemt. 34.000 landgenoten zijn er vermoord. En bijna 1300 van hen werden als kind vanaf deze plek in Vught afgevoerd.
U weet dat er in Sobibor heel weinig is overgebleven van wat herinnert aan het vernieti-gingskamp dat er meer dan 70 jaar geleden stond. Om te voorkomen dat deze historische plek in Polen volledig verdwijnt, heb ik één miljoen euro subsidie verleend om het terrein opnieuw in te richten en er een museum te bouwen en herdenkingsstenen te plaatsen.
Sobibor mogen we nooit vergeten. Dat is een verplichting die we hebben aan de genera-ties na ons. Behalve dat ik steun wil bieden aan het herinrichten van Sobibor, wil ik ook de geschiedenis van Sobibor naar Nederland halen. De virtuele realiteit van Sobibor maakt daar onderdeel vanuit.
In Nederland hebben we nog geen ervaring om op deze manier de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Om na te gaan of dit inderdaad een aansprekende manier is, start vandaag dit 1 jaar durend proefproject.
Dit project is tot stand gekomen door samenwerking van verschillende organisaties, onder meer het vfonds, de Stichting Sobibor, het NIOD, en het Nationaal Monument Kamp Vught. Dit is een goed voorbeeld van sectorbrede samenwerking in het belang van de herinneringen aan de Tweede wereldoorlog
Het komend jaar onderzoeken vijf wetenschappelijke instellingen de effecten van deze virtuele realiteit. Wat we vooral willen weten, is of jongeren hierdoor meer interesse krij-gen in de oorlog en of het ze aanzet na te denken over Nederland nu en in de toekomst.
Want we mogen niet uit het oog verliezen dat herinneren en herdenken van de Tweede Wereldoorlog voor een belangrijk deel is bedoeld om herhalingen van de verschrikkingen uit de oorlog te voorkomen.
Door jongeren te stimuleren kritisch na te denken, willen we voorkomen dat ze klakkeloos doen wat andere mensen zeggen. En willen we voorkomen dat mensen worden vervolgd en zelfs vermoord vanwege hun afkomst, geloof, seksualiteit, politieke overtuiging of uiterlijk. Iets wat vandaag de dag actueler lijkt dan ooit.