Staatssecretaris Dijkhoff past regeling voor buitenlandse investeerders aan
Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) gaat de regeling voor buitenlandse investeerders aanpassen om het gebruik van de regeling te stimuleren. Buitenlandse investeerders kunnen sinds 1 oktober 2013 een verblijfsvergunning krijgen als zij in het Nederlandse bedrijfsleven investeren. Er is tot nu toe nauwelijks gebruik gemaakt van de regeling. Daarom worden de knelpunten in de regeling weggenomen.
De regeling wordt op drie punten aangepast.
- De eerste verblijfsvergunning voor buitenlandse investeerders zal drie in plaats van één jaar geldig zijn. De huidige geldigheidsduur van één jaar zorgt voor onzekerheid bij buitenlandse investeerder over de vraag of ze na dat jaar in Nederland mogen blijven.
- Buitenlandse investeerders hebben geen accountsverklaring meer nodig. De IND blijft wel controleren bij de Financial Intelligence Unit (FIU) of de buitenlandse investeerder gelinkt kan worden aan een verdachte transactie in Nederland of in het land van herkomst. Hiermee wordt witwassen tegengegaan.
- Ten slotte wordt de investering op een vereenvoudigde manier getoetst. Nu wordt een puntensysteem gebruikt. Straks moet de investering op twee van de drie volgende punten bijdragen aan het Nederlandse bedrijfsleven: werkgelegenheid, innovatie en niet financiële inbreng.
De hoogte van de investering in het Nederlandse bedrijfsleven blijft € 1.250.000. In de gewijzigde toelatingsregeling zullen investeringen in onroerend goed voor bewoning worden uitgesloten, omdat deze onvoldoende bijdragen aan innovatie en structurele werkgelegenheid.
De wijziging zal vanaf 1 juli 2016 in werking treden.