Koenders: VN-resolutie steun in de rug voor Libië
De VN Veiligheidsraad-resolutie ter ondersteuning van het Libische politieke akkoord is ‘een flinke steun in de rug voor Libië’, vindt minister Koenders (Buitenlandse Zaken). ‘Het is goed dat de internationale gemeenschap zo veel mogelijk steun blijft uitspreken voor de nieuwe Libische regering. Deze resolutie biedt de internationale gemeenschap de kans om de Libiërs, op hun verzoek, te helpen bij de bestrijding van ISIS, het opbouwen van het land en de veiligheid te verbeteren’.
Koenders noemt het een prestatie van formaat dat het speciaal VN-gezant Martin Kobler gelukt is om een politiek akkoord te sluiten tussen vertegenwoordigers van de twee parlementen, gemeentes, maatschappelijk middenveld en politieke partijen in Libië. Minister Koenders: ‘Dit akkoord is een belangrijke eerste stap, maar de weg is nog lang.’
De minister onderschrijft de pogingen om de Libische regering weer vanuit een centrale plek het land te laten besturen. De VN voert daartoe gesprekken met milities in en rond Tripoli. ‘Zodra de nieuwe regering zich in Tripoli heeft gevestigd, kunnen andere problemen effectiever aangepakt worden’, zegt Koenders. Dat is volgens hem ook in het belang van Nederland.
‘Libië is nu een land waar vandaan grote aantallen migranten vertrekken, terwijl het vroeger juist een land was waar vluchtelingen zich konden vestigen. Een stabiel Libië is van groot belang om de instroom naar Europa te beperken. Bovendien kan nu werk gemaakt worden van het verbeteren van de humanitaire situatie, die in grote delen van Libië te wensen over laat’, zegt de minister.
Koenders maakt zich grote zorgen om de huidige situatie in Libië. ’De aanwezigheid van ISIS en andere gewelddadige extremistische groepen is zeer verontrustend. Deze groepen kunnen alleen gestopt worden als daar een langetermijnstrategie aan ten grondslag ligt, waarbij we Libiërs in staat stellen om zelf het probleem aan te pakken.’
De minister hoopt dat de VN-resolutie daarbij helpt. ‘Nu houden de Libische milities elkaar nog in een houdgreep en zien ze elkaar als belangrijkste vijand, waardoor ISIS weinig tegenwicht wordt geboden.’