Spreektekst minister Schultz voor ontvangst eindrapport van Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving (WLO)
‘Met deze verkenning laat u los van politieke besluitvorming zien wat er op ons afkomt en hoe Nederland zich ontwikkelt; beleidsarm maar rijk aan analyse. Deze verkenning is daarmee een belangrijke bouwsteen voor ons beleid waar ik dankbaar gebruik van zal maken’.
Dat zei de minister vanmiddag bij de ontvangst van de Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving, een verkenning van Nederland tot 2030 en 2050 van het CPB en het PBL.
Dames en heren,
Een toekomstverkenning van Nederland tot 2050: ga er maar aan staan! Het CPB en het PBL hebben met deze stevige studie een huzarenstuk afgeleverd. Zeer hartelijk dank hiervoor! Mede namens mijn collega’s Kamp en Blok die de verkenning ook gebruiken.
Er ligt een bijzondere verkenning. Ten eerste vanwege de zeldzame verschijning. We krijgen niet ieder jaar zo’n uitgebreide en samenhangende toekomstverkenning voor ons land voorgeschoteld. De laatste dateert alweer van 2006.
Maar ten tweede is dit rapport natuurlijk vooral bijzonder vanwege de inhoud.
Veel beleidsmakers kijken hier nieuwsgierig naar uit. De verkenning is een belangrijke bouwsteen voor ons beleid. Of het nu gaat om de bevolkingsontwikkeling en de woningbehoefte in de verschillende regio’s of de ontwikkeling van de mobiliteit: de WLO verkenning geeft houvast richting en is dus een gezaghebbend stuk dat we zeker zullen gebruiken voor bijvoorbeeld de Nationale Omgevingsvisie die we aan het voorbereiden zijn.
‘De toekomst is open maar niet leeg’: dat schreef de WRR al eens in een eerdere toekomstverkenning, en daar gaat het om. We hebben een wetenschappelijk doordacht toekomstbeeld nodig als basis voor onze politieke besluitvorming.
Dat sluit natuurlijk niet uit dat wij als politici – ook zelf actief de toekomst moeten verkennen, en na moeten denken over wat we mogelijk willen maken, bijvoorbeeld in de steden of in het verkeer. Het gaat dan meer om een wensbeeld of streefbeeld.
Hoe zou een stad er bijvoorbeeld in 2115 uit kunnen zien? Hoe ziet het verkeer eruit, of het gebruik van de ruimte?
- Als je de huidige trends doorvertaalt, dan zijn tegen die tijd alle verkeerssystemen aan elkaar gekoppeld: OV voorzieningen, navigatie van zelfrijdende auto, fietsvoorzieningen.
- De bushalte is dan een on demand vervoershalte.
- Parkeren hoeft niet meer overal. Er ontstaat meer ruimte voor groen of de opvang van water.
- Je kunt maximum snelheden flexibel regelen. Borden langs de weg zijn niet meer nodig; alles gaat in car.
- Via stedelijke dashboarden kan de stad het verkeer managen, bijvoorbeeld bij evenementen of wanneer er tijdelijk teveel CO2-uitstoot is.
- En er zijn energieopwekkende wegen en energieneutrale bruggen en sluizen. Ik zie het helemaal voor me.
Ik gebruik die toekomstbeelden om richting te geven aan ons handelen en te verkennen waar de kansen liggen. Als bijvoorbeeld de verstedelijking zich doorzet, dan voldoen traditionele oplossingen niet meer en zullen we nieuwe wegen moeten inslaan.
Daarom was ik ook zeer nieuwsgierig naar uw verkenning.
U noemt het zelf een beleidsarme toekomstverkenning. Ik zeg: beleidsarm maar wel rijk aan analyse.
Er zitten nog veel onzekerheden in de analyses, van bevolkingsgroei tot de mate van economische groei en de invloed van technologie. Gelukkig maar, zeg ik als politicus, want dan valt er voor ons nog iets te doen...
De kern is: u geeft een beeld van wat er op ons afkomt, en waar we rekening mee kunnen houden.
-U schetst in de scenario’s van 2030 tot 2050 een beeld van de economische ontwikkeling met een groei die beduidend lager ligt dan in de afgelopen 35 jaar.
Het klinkt als: het wordt nooit meer als vroeger. Maar het is toch ook een beeld van aanhoudende groei - ook in het lage scenario. Dat is toch een positief beeld en we zullen er alles aan doen om die groei te stimuleren.
-Positief is ook dat we ouder en gezonder blijven. De levensverwachting neemt in beide scenario’s toe.. Relevant is ook de dubbele vergrijzing die u ziet: het aantal 75-plussers dat ruim twee keer zo groot wordt.
-Interessant is dat de trek naar de steden voorlopig doorzet. Dat is een stevige trend. We zien ook verschillen in regio’s: waar de ene regio groeit, heeft de ander te maken met krimp. Dat gedifferentieerde beeld zien we nu ook al.
Met de nieuwe Omgevingswet spelen we daarop in doordat regionale overheden meer ruimte krijgen voor eigen beleid, en er dus meer maatwerk mogelijk is.
-Interessant zijn ook de verkenningen over het klimaat, zeker nu alle ogen zijn gericht op de klimaattop in Parijs.
Het is duidelijk dat daar belangrijke stappen nodig zijn om het 2 graden doel binnen bereik te houden en verder te komen dan waar de WLO nu nog vanuit gaat.
Het geeft aan hoe belangrijk de invloed van internationale samenwerking en technologie is omdat die aspecten in een hoger scenario tot een gunstiger resultaat en lagere opwarming leiden.
Het belang van Parijs is helder. Ons land zet zich in om een tot een breed bindend akkoord te komen om onder de 2 graden opwarming te komen. En daar gaan we keihard ons best voor doen!
-Natuurlijk kijk ik met belangstelling naar het mobiliteitsbeeld. Belangrijk is dat de mobiliteit verder toeneemt, ook bij vergrijzing en een afnemende groei van de bevolking. Die groei geeft zowel op het hoofdwegen net als in de steden knelpunten.
In de studie heeft u de maatregelen betrokken van ons investeringsprogramma MIRT dat tot 2028 loopt. Het is dan ook logisch dat de congestie na die datum sterk toeneemt, zeker in het hoge groeiscenario.
Dat geeft alleen maar aan dat ook na 2030 aanvullende maatregelen nodig zullen zijn. Het kabinet laat op dit moment onderzoek doen naar eventuele verlenging van het Infrastructuurfonds. Deze verkenning nemen we zeker mee.
Ik was natuurlijk benieuwd wanneer de zelfrijdende auto zou zijn ingeburgerd... Helaas kon ik geen jaartal vinden…
Uw studie geeft aan dat we rekening moeten
houden met een geleidelijk groeitraject waarbij de meer ingrijpende gevolgen door echte systeemveranderingen pas meer op het einde van de studieperiode te verwachten zijn, dus na 2050.
Dat lijkt mij een te voorzichtige inschatting. De technologie ontwikkelt zich nu razendsnel. Volgend jaar rijden bijvoorbeeld al de eerste WePod’s op de weg, in het vrachtverkeer zijn de platooning vrachtwagens in opmars.
Er staan nu auto’s in de showroom die de auto automatisch bijsturen, het verkeer in de gaten houden en automatisch afstand houden. Veel fabrikanten kondigen een autopiloot aan.
Ik verwacht dan ook de eerste zelfrijdende auto’s binnen vier jaar; voor wat betreft de volledig autonoom rijdende auto’s zal dit langer duren, maar wel eerder dan 2050.
Het is duidelijk dat er nog veel onzekerheden zijn, niet alleen over de timing, maar ook over het effect.
De veiligheidseffecten worden positief ingeschat, maar of autonoom rijden leidt tot minder of meer congestie of ander rijgedrag is onzeker.
We blijven daar zelf ook onderzoek naar doen. Want de techniek gaat snel en onze ambitie is in ieder geval om ons land op het gebied van slimme mobiliteit koploper te maken.
-Wat betreft de luchtvaart gaat u uit van het behoud van de hubfunctie van Schiphol. U ziet een stijgend aantal reizigers. Dat is natuurlijk positief, zeker in het licht van de huidige zorgpunten.
-De WLO geeft ook een beeld van de behoefte aan nieuwe woningen in de verschillende regio’s. Er zijn zowel regio’s waar al snel weer krapte op de woningmarkt ontstaat, als regio’s waar creatieve oplossingen nodig zijn om tot een nieuw evenwicht op de woningmarkt te komen.
-En de WLO maakt eens te meer duidelijk dat de huidige maar ook de komende kabinetten voor een flinke opgave staan in de vernieuwing van de energievoorziening. Zowel in het schoon gebruik van fossiele energie als in het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie zullen we volgens uw verkenning nog alle zeilen moeten bijzetten.
Tot slot.
We kunnen weer vooruit. We hebben nieuwe stof tot nadenken, tot aanscherpen van strategische beleidsplannen en het doorlichten van lopende projecten en programma’s.
Mijn waardering voor de manier waarop de
verkenning tot stand is gekomen. Als gebruikers van de verkenning zijn we meer betrokken bij het proces. Meer dan de vorige keer.
Natuurlijk is het een onafhankelijk product. Maar we konden op basis van onze ervaringen met de vorige WLO, wel aangeven waar we als gebruikers behoefte aan hebben, zoals minder scenario’s en meer zicht op specifieke onzekerheden, zoals het toenemend gebruik van deelauto’s en het autonoom rijden.
Waar het om gaat is dat we een verkenning hebben die hanteerbaar en bruikbaar is in de praktijk van het maken van beleid. Ik ben ervan overtuigd dat de toepasbaarheid is verbeterd ten opzichte van de vorige verkenning.
Daarom dank ik de medewerkers van de planbureaus hartelijk voor het nuttige werk. U heeft uw werk gedaan, wij gaan ermee aan de slag.
Dank u wel.