Wetenschappelijke krachten bundelen voor topprestaties
Met de Nationale Wetenschapsagenda slaan alle betrokken partijen de handen ineen om de wetenschap in Nederland op een nog hoger plan te krijgen. Door nieuwe samenwerkingsverbanden te zoeken, gaan wetenschappers, onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheid de maatschappelijke en economische uitdagingen van de toekomst te lijf.
11.700 vragen, 3 conferenties, 8 huiskamercolleges en tientallen grote en kleine bijeenkomsten waar vragenstellers en wetenschappers elkaar hebben ontmoet, dit heeft de basis gelegd voor de Nationale Wetenschapsagenda. De Wetenschapsagenda bestaat uit 140 wetenschappelijke vragen die bepalend zullen zijn voor onze toekomst. De agenda is verbindend en wijst de weg naar veelbelovende samenwerkingsverbanden om maatschappelijke en economische uitdagingen aan te gaan. Met de Nationale Wetenschapsagenda wordt een belangrijke impuls gegeven aan het vermogen van de wetenschap om te inspireren en uit te dagen, en wordt de internationale positie van de Nederlandse wetenschap verder versterkt. Dit schrijft het kabinet in reactie op de vandaag gepresenteerde Nationale Wetenschapsagenda.
De agenda weerspiegelt de diversiteit, de kwaliteit en de potentie van het Nederlandse onderzoek voor de samenleving, het bedrijfsleven en de wetenschap zelf, en ook de verwevenheid van het Nederlandse onderzoek met onze samenleving en de economie.
De Nationale Wetenschapsagenda kan rekenen op een breed draagvlak. Alle organisaties in het wetenschaps- en innovatieveld, de universiteiten (VSNU), de hogescholen (VH), KNAW, NWO, VNO/NCW, instituten voor toegepast onderzoek (TO2), de universitaire medische centra (NFU) en MKB Nederland, verbinden nu hun agenda’s met elkaar. Hiermee wordt de afstemming tussen fundamenteel, praktijkgericht en toegepast onderzoek verbeterd. Alle partijen zijn bereid hun eigen prioriteiten en keuzes op de Wetenschapsagenda af te stemmen. Naast de Nationale Wetenschapsagenda blijft er natuurlijk ruimte voor het vrije onderzoek.
De Nationale Wetenschapsagenda is een slotstuk van een inspirerende wetenschappelijke inventarisatie en tegelijkertijd het begin van een nieuw proces waarbij alle betrokken organisaties zich gaan buigen over de doorwerking en implementatie van de Wetenschapsagenda. Het kabinet vindt het, net als de betrokken partijen, belangrijk om er voor te zorgen dat de agenda niet vrijblijvend wordt. Een gezamenlijke Wetenschapsagenda kan pas echt het verschil maken als deze breed in de wetenschap en samenleving doorwerkt.