Experimentenwet voorziet in behoefte
Gemeenten hebben behoefte aan experimenteerruimte in wet- en regelgeving. Dat blijkt uit de inventarisatie die minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samen met de Vereniging van Nederlands Gemeenten heeft gehouden. Gemeenten zijn opgeroepen om met voorstellen voor experimenten te komen. Dat heeft geleid tot 75 voorstellen uit 35 gemeenten. Het kabinet heeft daarom op voorstel van minister Plasterk besloten een Experimentenwet in het leven te roepen die gemeenten in staat stelt voor een bepaalde periode af te wijken van wettelijke bepalingen om zo op een betere en meer innovatieve manier maatschappelijke opgaven aan te pakken.
Het kabinet vindt dat voor de volgende vier voorstellen een voorziening kan worden getroffen in de Experimentenwet:
- Het in beeld brengen van jongeren tussen 23 en 27 jaar zonder een afgeronde opleiding, om (jeugd)werkloosheid tegen te gaan – nu mag dat enkel tot 23 jaar (Amsterdam);
- Persoonsgegevens registreren bij het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, zodat slachtoffers beter en eerder in beeld komen – maar met aandacht voor zorgvuldigheid van gegevensverwerking (Tilburg);
- Het beter op elkaar afstemmen van audits en inspecties inzake informatieveiligheid, om verantwoordingslasten terug te dringen (Arnhem);
- Het mogelijk maken van een externe voorzitter van raadscommissies, zodat de werklast van raadsleden wordt verminderd en de aanwezigheid van een goede voorzitter wordt gewaarborgd (Zaltbommel en Zwijndrecht).
Alle ingekomen voorstellen zijn de afgelopen maanden beoordeeld door het ministerie van BZK en de betrokken ministeries. Uit dit onderzoek is gebleken dat veel knelpunten sneller en op een andere manier kunnen worden opgelost dan via een aparte Experimentenwet. Dat kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van bestaande experimenteerartikelen of door een betere uitleg van wetgeving. De betrokken gemeenten hebben vandaag een reactie gehad op hun voorstellen.
De vier voorstellen worden de komende maanden verder uitgewerkt waarna het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Gelet op het succes van deze aanpak, onderzoekt het kabinet samen met de VNG de mogelijkheid om de Experimentenwet een structureel karakter te geven. Gemeenten kunnen dan ook in de toekomst innovatieve voorstellen doen zodat voortdurend op nieuwe ontwikkelingen kan worden ingespeeld.