Makkelijker kunst lenen voor meer musea
Om het voor meer musea mogelijk te maken om tentoonstellingen met belangrijke bruiklenen te organiseren, past minister Bussemaker (Cultuur) de regeling hiervoor aan. Door een bovengrens van 75 miljoen euro per tentoonstelling in te voeren, kunnen tenminste 4 tentoonstellingen tegelijk in aanmerking komen voor de garantstelling door het ministerie van OCW. Bovendien kunnen musea voortaan niet eerder dan één jaar voor de start van een tentoonstelling hun aanvragen indienen. Ook kleine musea profiteren hiervan.
Om belangrijke bruiklenen mogelijk te maken, staat het ministerie in geval van schade of verlies garant voor een deel van de verzekerde waarde van de voorwerpen. Alleen wanneer schade of verlies optreedt, wordt daadwerkelijk geld uitgekeerd. De zogenaamde indemniteitsregeling kent een plafond van 300 miljoen euro. Doordat het ministerie garant staat, geven verzekeraars korting op de verzekeringspremies van bruiklenen. Door deze garantie is het voor musea makkelijker om kostbare stukken in een tentoonstelling op te nemen.
Minister Bussemaker (Cultuur) hoopt dat door de herziening van de regeling ertoe leidt dat nog meer Nederlanders een tentoonstelling gaan bezoeken: ‘Musea leveren een grote bijdrage aan de ontwikkeling van kennis, historisch besef en identiteit. Door het onderling uitlenen van collecties kunnen musea ondernemender worden en een nieuw publiek voor hun collecties interesseren. Met een beroemd werk in een tentoonstelling lukt dat beter.’
Bovengrens van 75 miljoen euro per tentoonstelling
Op dit moment kan het voorkomen dat één enkele tentoonstelling het hele budget van 300 miljoen euro bezet houdt. Door een bovengrens van 75 miljoen euro per tentoonstelling vast te leggen in de regeling, wordt voorkomen dat één tentoonstelling beslag legt op het gehele budget. Vanaf volgend jaar kunnen tenminste 4 tentoonstellingen tegelijk in aanmerking komen voor indemniteit.
Aanvragen niet eerder dan een jaar indienen
Sommige musea vragen jaren voor aanvang van een tentoonstelling al garantstelling aan. Dit kan ertoe leiden dat het budget jaren van tevoren volledig bezet is. Met ingang van 1 januari kunnen musea niet eerder dan één jaar voor aanvang van een tentoonstelling hun aanvraag indienen. Dit is vooral gunstig voor kleine musea.
Garantstelling
Het risico dat de staat per tentoonstelling of langdurige bruikleen kan overnemen, is op dit moment een vast percentage van de totale verzekerde waarde van de geleende voorwerpen. Deze norm wordt losgelaten en gewijzigd in een maximum van 30% van de totale verzekerde waarde. Door de norm te wijzigen, wordt de regeling flexibeler. De nieuwe regeling geeft musea meer ruimte voor onderhandelingen met verzekeraars. Ook met een lager percentage van de totale verzekerde waarde kan al een hoge korting bedongen worden. Het maximaal indemniteitspercentage zorgt bovendien voor een efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte van de indemniteitsregeling waardoor meer tentoonstellingen kunnen worden ondersteund.
Musea die meer willen weten, kunnen terecht bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via www.cultureelerfgoed.nl. Daar staat ook een overzicht van de beschikbare ruimte van het plafond.