Ministerraad 30 oktober 2015
Minister-president Rutte:
Vanochtend in de Trêveszaal uiteraard stilgestaan bij het vertrek van Wilma Mansveld. Een collega met wie we nu 3 jaar, op de kop af drie jaar zit het kabinet nu, intensief hebben samengewerkt. Er was breed respect voor haar besluit om terug te treden en ook voor de stijlvolle manier waarop zij dat deed in haar persverklaring. We hebben wel vastgesteld dat we daarmee een collega verliezen die met hart en ziel werkte voor de publieke zaak en dat is nooit gemakkelijk want in zo'n team wordt je natuurlijk ook steeds hechter met elkaar na zo veel jaar. En als iemand weg gaat is dat een verlies en zeker als zo iemand Wilma Mansveld is die we allemaal graag mogen. Er ligt een omvangrijk rapport van de parlementaire enquêtecommissie met een groot aantal conclusies en aanbevelingen. Dat vergt uiteraard grondige en zorgvuldige bestudering. Wij zullen te zijner tijd met onze inzichten, onze reflecties op dat rapport komen. Onze reactie.
Dan is er vandaag overleg over Syrië, dat vindt plaats in Wenen. Het is denk ik heel belangrijk dat partijen betrokken bij het conflict met elkaar daar om tafel gaan. Die gesprekken kunnen mogelijk bijdragen aan stabiliteit in de regio en het verminderen van de vluchtelingenstroom uit Syrië. Dat is ook in ons belang. De verwachtingen zijn natuurlijk nog niet al te hoog gespannen maar het is wel belangrijk dat deze stap plaatsvindt in het kader van stap voor stap.
Als kabinet gaan wij door met onze en, en, en aanpak van het vluchtelingenvraagstuk. Te weten, er alles aan doen om oorzaken weg te nemen waarom mensen uit de regio naar Europa komen. Er voor zorgen dat we als Europa onze buitengrenzen goed beveiligen, bewaken. Dat we in Europa een eerlijke verdeling krijgen van de vluchtelingenstroom en in Nederland zelf zorgen voor een fatsoenlijke en sobere opvang van vluchtelingen.
Er bestaat overigens in de samenleving, dat kunnen we zien, er bestaan in de samenleving veel zorgen over de instroom van vluchtelingen. En dat zijn denk ik ook heel begrijpelijke zorgen. Want het is nou eenmaal zo dat er soms dingen op je af komen als land, ontwikkelingen die we niet willen, die we niet gewenst hebben maar die wel gebeuren. Dan is het zaak dat we als politiek, maar ook als samenleving als geheel, die problemen aanpakken. En ik meen, en ik merk ook dat Nederlanders eensgezind zeggen dat hun zorgen zich niet mogen vertalen in geweld, bedreigingen, in vernielingen. En ik heb dat geluid de afgelopen dagen heel breed gehoord. Van kroegbaas tot Kamerlid en van kapper tot Koning.
Mensen begrijpen heel goed dat lokale opvang op dit moment onderdeel is van de maatregelen die we moeten nemen. Het is goed dat de overgrote meerderheid van de mensen op inspraakavonden gewoon luistert naar elkaars zorgen, naar elkaars meningen. En ik wil dan ook nog maar een keer hier mijn grote respect uitspreken en onderstrepen voor al die Nederlanders die op een waardige manier het debat met elkaar aangaan. Hoe verschillend we soms ook naar zaken kijken, de Nederlandse traditie is dat we altijd weer samen oplossingen verzinnen, samen de mouwen opstropen. Dat is ook de kracht van Nederland.