Toespraak minister-president Rutte tijdens de Bijzondere Verenigde Vergadering bij de viering van 200 jaar Staten-Generaal
Toespraak van minister-president Rutte tijdens de Bijzondere Verenigde Vergadering bij de viering van 200 jaar Staten-Generaal op 16 oktober 2016 in Den Haag.
Majesteit, mevrouw de voorzitter en mevrouw de voorzitter, excellenties, dames en heren en natuurlijk – ik gebruik deze formulering met enige schroom – leden van de Staten-Generaal,
Laat ik met het belangrijkste beginnen: namens het kabinet feliciteer ik de Eerste en Tweede Kamer met het 200-jarig bestaan. Een jubileum dat het verdient om gevierd te worden. Soms kraakt en knettert het op en rond het binnenhof. Maar we hebben wél een parlementaire democratie om trots op te zijn. En zuinig. Want als de actualiteit van MH17 en de Syrische vluchtelingen 1 ding onderstreept, is het dat democratie, vrijheid en rechtstatelijkheid fundamenteel zijn voor de kracht van een land.
We hebben net gezien hoe in Nederland in 200 jaar een voorzieningenstelsel is opgebouwd dat zijn weerga in de wereld nauwelijks kent. Dat is een collectief succes van onze parlementaire democratie. Er zijn namen aan verbonden van liberalen als Samuel van Houten, van sociaal-democraten als Willem Drees en van christen-democraten als Marga Klompé, die volgens de overlevering door haar collega Joseph Luns 'Onze Lieve Vrouwe van Eeuwigdurende Bijstand' werd genoemd. Toch deed zij er zelf nooit een beroep op. Vader Drees, die 101 werd, heeft wel de nodige jaren van 'zijn' AOW genoten. Overigens: volkomen verdiend. En als verstandige, want zuinige sociaal-democraat voorzag hij bij de invoering al dat de pensioenleeftijd mee moest groeien met de levensverwachting. Dat was natuurlijk een wijs advies.
En zo is alles wat in die 200 jaar is bereikt niet toe te schrijven aan 1 partij of 1 stroming, maar aan het grote geheel. In Nederland worden wetten altijd ondersteund door verschillende partijen. Terugblikkend is dat misschien wel de grootste kracht van ons parlementaire stelsel: de gerichtheid op samenwerking en de gemeenschappelijke grond, die er uiteindelijk bijna altijd is. Het verstandige compromis is nooit heel ver weg en dat heeft ons geen windeieren gelegd
We leven in een van de meest welvarende landen ter wereld. Dat hebben we met elkaar opgebouwd. Maar het is niet vanzelfsprekend dat dit zo blijft. Wetten, regels en voorzieningen vragen onderhoud. Ze moeten steeds weer worden aangepast aan veranderende wensen van mensen en veranderende eisen van de tijd. Alleen op die manier houden we het prachtige land dat we hebben.
Zo gaan continuïteit en verandering altijd samen. Net als 200 jaar geleden toen met het nieuwe tweekamerstelsel uit de Grondwet van 1815 de vertrouwde term Staten-Generaal uit de tijd van de Republiek gehandhaafd bleef, met het Binnenhof als vergaderplaats.
Als de parlementariërs van 1815 hadden kunnen zien hoe Nederland er vandaag de dag uitziet, hadden ze hun ogen niet kunnen geloven. Ruimtelijk, sociaal, politiek, technologisch, economisch – alles is compleet anders dan toen. En wat de komende 200 jaar ook brengen, dat veranderingsproces zal doorgaan; continu. Laten we daar vooral niet bang voor zijn, maar samen alles blijven doen wat nodig is om onze rechtstaat, onze economie, en onze samenleving sterk en bij de tijd te houden.
En ik geloof dat we voldoende reden hebben om op die toekomst te vertrouwen. Met een economie die nummer 5 staat in de mondiale top-10. Met een land van sterke instellingen en een samenleving vol mensen die iets voor elkaar over hebben. En met een parlementaire democratie die ons ver heeft gebracht en nog verder zal brengen.
Juist in deze tijd, waarin veel mensen zich onzeker voelen en tegenstellingen lijken te groeien, moet de parlementaire democratie zijn bindende kracht tonen. Dat was ook de oproep die Koning Willem I deed in de troonrede van precies tweehonderd jaar geleden, op 16 oktober 1815. Hij vroeg de leden van de Staten-Generaal, toen nog 'Edel mogende Heeren', 'eendragtige behartiging van het volksbelang', en 'om allerwege de kalmte in de gemoedere'’ te bewaren.
Ons stelsel heeft zijn grote waarde sindsdien méér dan bewezen. Tweehonderd jaar Staten-Generaal is 200 jaar werken in dienst van het algemeen belang. En bij zijn zo’n bijzondere verjaardag past in dit huis maar 1 wens die ik u en de Nederlandse samenleving van harte gun: 'Lang leve de Staten-Generaal'.
Dank u wel.