Toespraak van minister-president Rutte op de relatiebijeenkomst van Ziektekostenverzekeraars Nederland
Toespraak van minister-president Mark Rutte op de relatiebijeenkomst van Ziektekostenverzekeraars Nederland, 22 september 2015.
Dames en heren,
In de Nederlandse Grondwet staat het heel eenvoudig: ‘De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.’ Punt. Ik hoef u niet uit te leggen dat achter die ene korte zin een grote en fascinerende wereld schuil gaat. Een wereld van megagrote getallen, waarin per jaar onvoorstelbaar veel geld omgaat. Een wereld van de meest fantastische wetenschappelijke doorbraken. Maar ook een wereld waarin uiteindelijk alleen dit telt: het individu, de patiënt, de beste zorg en de beste persoonlijke aandacht voor mensen die vaak op hun kwetsbaarst zijn. En op enig moment in ons leven komen we allemaal op dat punt. Geen wonder dus dat veranderingen in de zorg altijd tot de nodige onrust en discussie leiden. Dat is nu zo en dat was rond de invoering van de Zorgverzekeringswet tien jaar geleden niet anders.
Die zorgen zijn begrijpelijk, maar daarmee nog niet altijd terecht. De critici die nu zeggen dat de Nederlandse zorg wordt afgebroken en gered moet worden, zien over het hoofd dat de totale overheidsuitgaven voor de zorg nog steeds stijgen. In deze kabinetsperiode van ruim 64 miljard euro in 2012 naar bijna 68 miljard in 2016. Ze zien ook over het hoofd dat ons zorgstelsel jaar in jaar uit als beste van Europa uit de bus komt in de Euro Health Consumer Index. De kwaliteit en toegankelijkheid van de Nederlandse zorg zijn gewoon heel hoog. Een van de Zweedse onderzoekers zei het dit jaar zo: ‘Eerst komt Nederland, dan een hele tijd niets en dan pas Zwitserland.’ En een andere onderzoeksconclusie is dat het Nederlandse zorgstelsel na tien jaar nog steeds beter wordt en dat andere landen een voorbeeld zouden moeten nemen aan de manier waarop wij de zorg hier georganiseerd hebben.
Terugkijkend kunnen we dus van een groot succes spreken. We hebben een zorgstelsel om trots op te zijn. Zoals Edith Schippers het vaak zegt: ‘We leven in een land waar iemand met een kleine portemonnee, die de pech heeft een zeldzame, dure ziekte te krijgen, in een ziekenhuis komt te liggen naast iemand die misschien enorm veel kan besteden, maar dezelfde behandeling krijgt voor dezelfde kwaal.’ Kom daar maar eens om in heel veel andere landen.
Vóór 2006 hadden mensen weinig te kiezen. De overheid bepaalde zo ongeveer alles. Er was niet of nauwelijks sprake van competitie. Er was een tweedeling tussen ziekenfonds- en particuliere patiënten. Er werd nog gewoon geselecteerd op risico’s, wat in het basispakket nu echt ondenkbaar is. Het kostenbewustzijn was laag en de wachtlijsten lang, want de staat bepaalde het aantal aandoeningen dat per jaar mocht worden behandeld. En een uitgavengroei van tien procent per jaar was heel normaal dus kostenramingen werden keer op keer fors overschreden. Die situatie was onhoudbaar.
Na 2006 is er veel veranderd. In het huidige stelsel garandeert de overheid de solidariteit en toegankelijkheid en concurreren verzekeraars op prijs en kwaliteit. Voor het eerst in decennia zijn de kostenstijgingen in de zorg onder controle, zonder dat het basispakket is uitgekleed en zonder dat de premies de pan uit rezen. Mensen met een laag inkomen betalen per saldo zelfs minder dan in de tijd van het ziekenfonds. Dat is zonder meer een prestatie. De doelmatigheid in de zorg is de laatste tien jaar echt toegenomen. Dankzij u, de zorgverzekeraars. Dankzij de huisartsen, ziekenhuizen en andere instellingen. En natuurlijk vooral dankzij al die mensen die in de zorg werken. Zij maken het waar.
Dus dat beeld van ‘afbraak’, daar verzet ik me tegen. Dat klopt niet. Tegelijkertijd; wat goed is kan nog beter. Het stelsel is niet perfect en de ontwikkelingen in de zorg staan bepaald niet stil. Dus we moeten met elkaar blijven nadenken en blijven werken aan verbetering.
Om te beginnen kan het zorgstelsel nog transparanter worden. Het klopt natuurlijk dat mensen meer dan ooit inzicht hebben in de premies en dat ze die onder de streep ook steeds beter kunnen vergelijken. Daar zijn onder andere allerlei sites voor. En toch zijn er nog steeds relatief weinig overstappers. Dat is uiteraard geen doel op zich, maar het zegt wel iets over het woud aan verschillende polissen en aanvullende pakketten waar een gewoon mens nauwelijks wijs uit kan worden. Er zijn alles bij elkaar meer dan 1000 mogelijkheden en ja, dat levert keuzestress op. Dat kan echt nog een stuk eenvoudiger en die bal ligt volgens mij vooral bij de zorgverzekeraars.
Een tweede trefwoord is kwaliteit. Het is waar dat kostenbeheersing in het huidige zorgstelsel een belangrijke opdracht is voor de zorgverzekeraars. En dat blijft ook keihard nodig. Maar dat wil niet zeggen dat zorg ingekocht moet worden met alleen spreadsheets in de hand. Die kritiek kent u. En al is dat beeld van die spreadsheets een karikatuur, er zit ook een kern van waarheid in. Met andere woorden: het is belangrijk dat zorgverzekeraars meer inzicht krijgen in de kwaliteit van bepaalde behandelingen, dat ook zwaarder laten meewegen bij de zorginkoop en daar vervolgens heel open en duidelijk over zijn in de richting van hun klanten.
Dat is om drie redenen belangrijk. Ten eerste omdat verzekerden simpelweg op die kwaliteit van zorg moeten kunnen vertrouwen. En dus op het inkoopbeleid van hun verzekeraar. Ten tweede komt het de legitimiteit van verzekeraars ten goede als zij hun klanten goed kunnen adviseren over de keuze van een ziekenhuis en een behandeling. En ten derde omdat meer nadruk op kwaliteit, meer openheid over de prestaties van de zorgaanbieders, er ook toe leidt dat de zorg over de volle breedte nog beter kan worden. En dat is winst voor iedereen. Want betaalbare zorg is mooi. Maar op goedkope zorg die maar net, of niet aan de maat is, zit uiteindelijk niemand te wachten. Kwaliteit en doelmatigheid – minder behandelingen die later hersteld moeten worden – gaan hier hand in hand. Dus ook de premiebetaler profiteert.
En dan is er nog een derde ontwikkeling die op ons afkomt: in 2030 zijn er acht miljoen mensen in ons land met een chronische aandoening. Tegelijkertijd staat de wetenschap niet stil en komen er allerlei nieuwe, dure behandelingen en medicijnen op ons af. Dat betekent dat het stelsel van twee kanten onder druk komt te staan. Het goede nieuws is natuurlijk dat steeds meer ziektes te genezen of te controleren zijn. Denk bijvoorbeeld aan al het onderzoek dat ervoor gaat zorgen dat kanker een chronische ziekte wordt, zoals met aids is gebeurd. Een heel aansprekend doel. Maar ook realistisch en geen dagdromerij. Zo begreep ik laatst dat de onderzoeksgroep van de vorige KNAW-president Hans Clevers bezig is om uit individuele stamcellen mini-orgaantjes te kweken. Dat brengt allerlei nieuwe en individuele behandelingen dichterbij. Daar kunnen we alleen maar positief over zijn.
Tegelijkertijd ziet iedereen ook meteen levensgroot de dilemma’s. Want hoe voorkomen we een nieuwe kostenexplosie in de zorg? Wat betekent die groeiende zorgvraag voor de capaciteit van de ziekenhuizen en instellingen? En welke prijs voor welke behandeling in welke fase is maatschappelijk aanvaardbaar en realistisch. Dat zijn grote vragen waar de hele zorgsector en ook de politiek zich over zal moeten buigen. En het antwoord zal altijd een mengeling zijn van meer innovatie en slimme technologie, en anders kijken en denken. Moeten die 8 miljoen chronische patiënten van straks bijvoorbeeld echt allemaal om de zoveel weken naar het ziekenhuis? Of kunnen we tegen die tijd veel controles afvangen met telemonitoring en zorgrobots. Het is maar één voorbeeld dat laat zien hoe zelfs een mooi en relatief heel goed functionerend zorgstelsel steeds vernieuwd moet worden. En dat moeten we echt samen doen.
Dames en heren,
In de Euro Health Consumer Index 2015 staat letterlijk de volgende zin: ‘The Dutch healthcare system does not seem to have any really weak spots (…).’ Dat is natuurlijk een prachtig compliment, maar het is geen gegeven dat dit automatisch zo blijft. En daarom maak ik vandaag ook graag een groot compliment aan onze gastheer, Zorgverzekeraars Nederland, voor het initiatief om met alle partijen in de zorg en met de hele samenleving het gesprek aan te gaan over de ins en outs van ons zorgstelsel. Zorgdialoog.nu is daarin het centrale punt. Maar vandaag is dat Sociëteit De Witte. En ik ben blij dat ik hier vanmiddag kan zijn om mijn steentje aan deze dialoog bij te dragen.
Dank u wel