Toespraak van staatssecretaris Dijksma bij Overijsseldiner tijdens het Prinsjesfestival
Toespraak van staatssecretaris Dijksma (EZ) bij het Overijsseldiner tijdens het Prinsjesfestival op 10 september 2015, Den Haag.
Dames en heren,
Met paard en wagen van Zwolle naar Den Haag ben je al gauw een uur of 15 onderweg. Om niet op zondag te hoeven reizen werd in de 19e eeuw daarom besloten om Prinsjesdag op dinsdag en niet op maandag te organiseren. Tegenwoordig is de reis een stuk korter, en daarmee gelukkig ook de afstand tussen Den Haag en de regio. Dit diner onderstreept dat, u bent er zelfs al op donderdag.
Wekelijks maak ik diezelfde reis tussen onze prachtige provincie Overijssel en Den Haag. En dat is geen straf. Ik hou van het afwisselende landschap onderweg. De vlakke polders met kaarsrechte lijnen, de beboste heuvels van bijna on-Nederlandse hoogte, de eeuwenoude boerendorpen met typisch Twentse boerderijen, en het vele water met grote rietvelden. Ik zie ook graag het Hart van Zuid in Hengelo, waar ooit de industriële weverijen en gieterijen stonden. De vernieuwde wijk is nu een mooie mix van grote industrie, woningen en onderwijs in moderne en monumentale gebouwen.
Natuur beschermen en tegelijk bedrijvigheid behouden én uitbreiden, vraagt veel van bestuurders. In Overijssel is die opgave extra complex. In het kleinschalig landschap liggen natura 2000 gebieden, landbouwgrond, bedrijven en wegen dicht bij elkaar. De uitdaging is om er een balans te vinden tussen de ontwikkeling van economie en van natuur. Een gezamenlijke verantwoordelijkheid van provincie en Rijk, die we ook sámen moeten vervullen. Het Rijk schept de randvoorwaarden. De provincie levert het maatwerk: zij kent de belangen van boeren, bedrijven en inwoners. Laat ik u een korte indruk geven van hoe dat er in de praktijk aan toe gaat bij het stimuleren van economische ontwikkeling, natuurbeheer en het verduurzamen van landbouw.
Dames en heren,
Overijsselse ondernemers zijn harde werkers. Ze zijn trots op wat zij maken en bereiken, maar schreeuwen dat niet van de daken. Al is er genoeg reden om dat wel te doen. Het industriële verleden mengt zich met hedendaagse technologie. U bent nog steeds de provincie van Stork, maar ook die van Thales, Siemens en Eaton. Van generatie op generatie overgedragen familiebedrijven, sterke mkb'ers in de maakindustrie en jonge start-ups. Van in de regio gewortelde ondernemers die er willen groeien en vernieuwen.
Er is veel potentie bij die bedrijven en ik hoop op duurzame groei van de regio. De ambitie in het nieuwe coalitieakkoord van Gedeputeerde Staten om de meest ondernemingsvriendelijke provincie te worden spreekt mij dan ook zeer aan. Het Rijk helpt u graag die ambitie te verwezenlijken en de economische structuur te versterken. Mijn collega Henk Kamp ontwikkelt met de provincie verschillende projecten en regelingen. Die stimuleren innovatie in de industrie, helpen mkb’ers nieuwe ideeën uit te voeren en zijn goed voor de werkgelegenheid.
De provincie geeft tegelijkertijd veel om de natuur en werkt hard om haar te versterken, zodat ook komende generaties van de bijzondere bossen en het mooie platteland kunnen genieten. Het is daarbij zoeken naar een optimum tussen ruimte voor groen en ruimte voor economische groei. De onlangs in werking getreden Programmatische Aanpak Stikstof helpt bij het maken van keuzes bij het verlenen van vergunningen en het beperken van uitstoot. In de afgelopen 14 jaar is in Overijssel 9000 hectare nieuwe natuur gerealiseerd en de provincie werkt aan de verdere ontwikkeling van natuur zoals is afgesproken in het Natuurpact. Het overgrote deel van die nieuwe natuur bestaat uit heide, moeras, vennen en schraalland. Ecosystemen die een grote bijdrage leveren aan de soortenrijkdom van planten en dieren.
Landschap en landbouw zijn sterk van elkaar afhankelijk. Dat betekent niet dat er geen spanning is: wat goed is voor de één, is niet automatisch goed voor de ander. Boeren gaan duurzaam om met de natuur zodat het platteland behouden blijft. Tegelijk moeten zij op het land leven en met het land werken om hun bedrijf draaiende te houden. Met het derde Plattelands Ontwikkelings Programma dat de Europese Commissie afgelopen winter goedkeurde, komt er voor uw provincie bijna 60 miljoen euro beschikbaar om te investeren in een duurzame en concurrerende agrarische sector en een leefbaar platteland.
Dat is hard nodig want de agrarische sector heeft het op dit moment niet makkelijk. Boeren moeten hard werken om hun bedrijf duurzaam en toekomstbestendig te maken. Met de varkensboeren kijk ik daarom bijvoorbeeld hoe we de sector weer gezond kunnen krijgen door verduurzaming en kwaliteitsverbetering. En tijdens mijn buitenlandbezoeken ijver ik voor betere markttoegang van ons varkensvlees.
De natuur is er niet alleen om te beschermen, maar ook om te beleven en te benutten. Toerisme kan natuur en economie op een duurzame manier samenbrengen. Veel buitenlandse bezoekers blijven nu nog in de omgeving van Amsterdam. Tegen hen zou ik willen zeggen dat het Overijsselse landschap de reistijd meer dan waard is. Gelukkig staat Giethoorn sinds kort stevig op de kaart en trekt het dorp toeristen van over de hele wereld. Met dank aan de plaatselijke ondernemers die handig inspelen op wensen van de toestromende Chinese toeristen en hun marketing meer dan op orde hebben. Wie bijvoorbeeld de wereldeditie van Monopoly speelt, kan nu ook een straat in het Overijsselse dorp bouwen.
Onze uitdaging is nu om toeristen te verleiden meer van het Overijsselse landschap te zien. Want de regio heeft nogal wat te bieden. Nationaal Park Weerribben-Wieden, het grootste laagveenmoeras van Europa, is voor jong en oud prachtig om door te wandelen of te varen. Het Rijk en de provincie Overijssel hebben daarom het plan opgevat om van de Nationale Parken een internationaal bekend merk te maken. Het Rijk faciliteert door ondernemers in de gastvrijheidssector meer ruimte te bieden; natuurbeschermingsregels mogen geen onnodige belemmering vormen voor duurzame bedrijvigheid. En de provincie zoekt met lokale partners naar nieuwe verdienmodellen voor exploitatie en natuurbeheer. Bewoners en toeristen kunnen zo van Overijssel als trekpleister profiteren en er van de mooie natuur genieten.
Dames en heren,
Overijssel is in mijn hart en in het hart van mijn beleid. Of het nu gaat om natuurbeheer, economische ontwikkeling of verduurzamen van de landbouw, de provincie is voor mij een belangrijke partner. De samenwerking is goed en hopelijk kunnen we die in de toekomst nog verder versterken. Daarvoor ligt al een stevige basis nu de decentralisatie van het natuurbeleid is afgerond. Nu de reistijd tussen Zwolle en Den Haag minder dan 2 uur is geworden, zijn we bijna buren, noabers. U en ik weten wat dat voor de relatie betekent: we zijn loyaal, delen lief en leed en bezoeken elkaar geregeld. Laten we daarom het initiatief nemen om vaker met elkaar rond, of aan tafel te gaan!
Ik dank u wel.