Burgerschap in heel hoger onderwijs verplicht
Alle hogescholen en universiteiten krijgen de opdracht om maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef te bevorderen. Met de wet die dit regelt kunnen ook instellingen die geaccrediteerde (goedgekeurde) opleidingen aanbieden zonder bekostiging te krijgen, worden aangepakt als ze zich schuldig maken aan discriminerende uitspraken. Nu geldt die verplichting alleen voor instellingen die door de overheid worden bekostigd. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Als een bestuur van een niet-bekostigde instelling de wet overtreedt kan dat hun status en daarmee hun accreditatie kosten. Verlies van de accreditatie betekent dat studenten aan de betreffende opleiding geen door OCW erkende graad kunnen krijgen. Aanleiding voor de wetswijziging vormen onder andere de beledigende uitspraken van de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR), onder andere over homo’s. De minister kon daartegen geen stappen ondernemen omdat de IUR geen bekostigde instelling is. Met de wetswijziging wordt het mogelijk om hiertegen wel op te treden.
In de wet wordt tevens geregeld dat de namen universiteit en hogeschool en de titels bachelor en master worden beschermd. Hiermee wordt een einde gemaakt aan de praktijk dat onderwijsinstellingen zich ongestraft kunnen voordoen als erkende instellingen en zich ten onrechte tooien met de naam hogeschool of universiteit. Zij riskeren een boete van maximaal € 810.000 of 10% van hun omzet. Personen die valselijk de titel bachelor of master voeren zijn voortaan ook strafbaar, zoals dat nu al geldt voor ‘oude’ titels als drs. De maximale straf die hierop staat is € 4.050.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.