Het ongelijkheidsdebat in land en stad
Een analyse van de maatschappelijke discussie over toenemende verschillen in Nederland.
In de wetenschap (onder meer publicaties van Piketty, SCP, WRR) en maatschappij klinken steeds luider wordende geluiden over toenemende verschillen. Ook bij gesprekken rondom de Agenda Stad zijn dergelijke geluiden opgevangen. Daarom is – zowel in het kader van de Agenda Stad als in het kader van de verkenning naar de toekomst van leefbaarheidsbeleid - onlangs een onderzoeksreeks gestart naar de effecten van deze ontwikkelingen op het ruimtelijk vlak. Oftewel: in hoeverre is er in Nederland sprake van (toenemende) segregatie, en wat heeft dit tot gevolg?
De ongelijkheid tussen groepen mensen krijgt een extra dimensie wanneer die leidt tot ruimtelijke concentratie en segregatie. Om hier beter zicht op te krijgen is DGWB een verkenning gestart naar de ruimtelijke dimensie van ongelijkheid en de gevolgen daarvan. Een literatuurstudie is inmiddels afgerond. Een studie waarin de ontwikkeling van ruimtelijke verschillen cijfermatig in beeld wordt gebracht, volgt later dit jaar. Daarnaast zullen de mogelijke toekomstige ontwikkelingen in een scenariostudie worden verkend. In aanvulling hierop vroegen we een analyse van de maatschappelijke discussie te maken: “Het ongelijk¬heidsdebat in stad en land”. De analyse gaat in op de betekenis die Nederlanders aan verschil geven. Worden ongelijkheid en segregatie als een probleem ervaren, door wie, en hoe wordt dat geduid? Welke oplossingen worden aangedragen? Deze analyse geeft een overzicht van de maatschappelijke discussie over verschillen in de samenleving en over de uitwerking van deze verschillen in de stedelijke context. De analyse beschrijft de debatten die plaats vinden en de posities die daarbij worden ingenomen.
Ongelijkheid staat prominent op de agenda. De aandacht voor verschillen tussen mensen en tussen gebieden leidt tot een groot aantal rapporten, artikelen en discussies. Verschillende media hebben aandacht besteed aan groeiende verschillen. Het debat over ongelijkheid vindt plaats volgens grofweg twee oriëntaties: een morele en een instrumentele benadering. Bij de morele oriëntatie gaat het over de (on)wenselijkheid van ongelijk¬heid. Een meerderheid van de bevolking staat negatief tegenover grote en groeiende verschillen. In de debatten is dit duidelijk terug te zien bij de standpunten die worden ingenomen. Er zijn echter ook andere geluiden die het egalitaire discours juist bekritiseren. Bij de instrumentele benadering gaat het om eventuele negatieve gevolgen van ongelijkheid.
Wat verder opvalt is dat het debat zich lijkt te verbreden. Er vindt een verandering van schaalniveaus waarop ongelijkheid zou toenemen en wordt benoemd plaats. Waar segregatie eerder vooral werd bestudeerd op het niveau van buurt en stad, lijkt er nu een groeiende aandacht te zijn voor de verschillen tussen steden en tussen regio’s in Nederland. Maatschappelijke en economische ontwikkelingen werken anders uit in verschillende delen van het land.
Voor sommige deelnemers aan het debat staan de groeiende ruimtelijke verschillen centraal en leidt deze fragmentatie tot zorgen. Anderen nuanceren de invloed van segregatie en leggen in hun bijdragen de nadruk op het verbeteren van de kansen voor individuen.