Kabinet kiest voor pensioen met toekomst
Klijnsma: ‘Goed pensioen voor de jongeren van vroeger en de ouderen van de toekomst.’
Het kabinet vindt dat alle werkenden een toereikend pensioen moeten kunnen opbouwen. Daarnaast moeten mensen beter zicht krijgen op hun eigen persoonlijke pensioenopbouw, op basis van solidariteit, collectieve risicodeling en heldere afspraken daarover. De huidige doorsneesystematiek wordt afgebouwd. Dat zijn de drie belangrijke pijlers van de Hoofdlijnennota die staatssecretaris Klijnsma namens het kabinet vandaag presenteert over de toekomst van ons pensioenstelsel.
‘’Het gaat erom dat we de sterke elementen van ons pensioenstelsel behouden en het voor de toekomst met nieuwe elementen versterken. Zo kunnen we ervoor zorgen dat het pensioenstelsel beter past bij de wensen van de mensen en de arbeidsmarkt van de 21e eeuw.’’
De hoofdlijnen in deze nota vloeien voort uit de ideeën en voorstellen van burgers, sociale partners, de pensioensector, deskundigen, denktanks en toezichthouders in het kader van De Nationale Pensioendialoog. Uit de dialoog kwam naar voren dat het fundament van het pensioenstelsel goed is, maar dat dit moet worden aangepast aan de veranderende manier waarop mensen werken en leven.
Toereikend pensioen voor alle werkenden
Het kabinet vindt het belangrijk dat alle werkenden een toereikend pensioen opbouwen, afgestemd op de individuele situatie. Er zijn nu mensen die weinig of geen pensioen opbouwen zoals bijvoorbeeld flexwerkers, werknemers zonder pensioenregeling en veel zelfstandigen. Maar er zijn ook mensen die verplicht veel sparen. Dat vraagt om een gedifferentieerde aanpak. Het kabinet wil daarom samen met alle belanghebbenden partijen de mogelijkheden daartoe verkennen.
Transparanter pensioen, met ruimte voor collectiviteit en maatwerk
Het kabinet ondersteunt de uitwerking van een persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling. Het moet eenvoudig, uitlegbaar en door de deelnemer controleerbaar zijn. Het kabinet is voorstander van een combinatie met meer maatwerk en keuzemogelijkheden zodat een pensioen beter aansluit op de voorkeuren van deelnemers. Belangrijke sterke punten van bestaande pensioenregelingen, zoals risicodeling en solidariteit, mogen niet verloren gaan.
Afschaffing doorsneesystematiek
De doorsneesystematiek zorgt voor een herverdeling van jonge deelnemers naar oudere deelnemers. Hierdoor hebben mensen weinig zicht op hun individuele pensioenrechten. Het kabinet kiest voor de afschaffing van de doorsneesystematiek , omdat deze systematiek met de hedendaagse arbeidsmarkt wringt en omdat het een transparante verdeling van risico’s tussen deelnemers in de weg staat. Uitgangspunt is wel dat de transitie geleidelijk, transparant en evenwichtig wordt verspreid over alle generaties.
Het kabinet streeft ernaar deze in 2020 af te schaffen en gefaseerd een overstap te maken naar een nieuwe systematiek van pensioenopbouw. Dat zal gebeuren in nauw overleg met het veld. De voorlopige voorkeur gaat uit naar een systeem waarin de premie niet afhankelijk is van de leeftijd, maar de opbouw wel (degressieve opbouw).
Klijnsma: ‘’Na de dialoog met de samenleving en deskundigen wil ik nu op basis van deze hoofdlijnennota met de Tweede Kamer van gedachten wisselen.’’
In het najaar volgt een werkprogramma van het kabinet waarin de stappen voor de verdere uitwerking van bovenstaande hoofdlijnen worden uiteengezet.