Meer dan 10.000 banen voor mensen met arbeidsbeperking
Uit een eerste tussenmeting van de banenafspraak blijkt dat werkgevers al meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag hebben geholpen dan was geraamd. Op basis van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is vastgelegd dat er aan het eind van 2015 in de marktsector 6.000 extra banen voor deze doelgroep moeten zijn bijgekomen ten opzichte van de nulmeting per 1 januari 2013. Uit de eerste cijfers blijkt dat er tot eind vorig jaar al 9.224 extra banen zijn bijgekomen in de marktsector en 1.508 bij de sector overheid.
Werkgevers in de marktsector lopen daarmee ruim voor op schema. Werkgevers bij de overheid moeten aan het eind van dit jaar 3.000 extra banen gerealiseerd hebben. Zij waren bij de tussenmeting van eind vorig jaar dus halverwege het gestelde doel dat eind 2015 moet zijn bereikt. Dit meldt staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet heeft met de sociale partners afgesproken dat er tussen nu en 2026 in totaal 100.000 extra banen beschikbaar moeten komen voor mensen die vanwege een arbeidsbeperking niet in staat zijn om het wettelijk minimum loon te verdienen. Daar bovenop moet de overheid als werkgever voor 2025 in totaal ook nog eens 25.000 extra banen voor deze doelgroep leveren. Vanuit de Participatiewet, die op 1 januari in werking is getreden, zijn ondersteunende maatregelen beschikbaar als loonkostensubsidie, jobcoaches en aanpassingen op de werkvloer als dat nodig is. Ook is een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer in behandeling dat vanaf januari 2016 voorziet in het beschikbaar stellen van no-risk polissen en mobiliteitsbonussen voor de hele doelgroep van de banenafspraak
Wat in de eerste meting verder opvalt is dat ongeveer tweederde van alle extra banen via zogenoemde ‘inleenverbanden’ tot stand zijn gekomen. Het gaat dan met name om mensen die vanuit een sociaal werkbedrijf worden gedetacheerd voor werkzaamheden bij een regulier bedrijf. Deze extra detacheringen zijn voor een groot deel ingevuld door mensen die op de wachtlijst stonden voor een plek bij een sw-bedrijf. Op basis van de tussenmeting lijkt het erop dat gemeenten en sociale partners mensen met een plek op de wachtlijst en Wajongers inderdaad, zoals afgesproken, met voorrang op de extra banen hebben geplaatst.
“We zijn er zeker nog niet, maar dit is een zeer bemoedigend begin”, stelt staatssecretaris Klijnsma in een reactie op de cijfers. De komende jaren zal het aantal extra banen ten opzichte van de eerste ‘aanloopjaren’ verder toenemen. “Ik reken op een goed vervolg. Dat is ook nodig want het is de hoogste tijd dat ook mensen met een beperking een eerlijke kans krijgen om volop mee te doen op de arbeidsmarkt.”