Meer aanslagen inkomstenbelasting verstuurd voor 1 juli
De Belastingdienst heeft dit jaar meer mensen meteen een definitieve aanslag gestuurd dan vorig jaar. Circa 8,7 miljoen mensen kregen voor 1 juli bericht. In ruim 6,2 miljoen gevallen was dit ook meteen een definitieve aanslag. Vorig jaar waren dat er nog 5,5 miljoen. Ruim 4,4 miljoen mensen hebben de aanslag ook digitaal ontvangen in de Berichtenbox op MijnOverheid.
Mensen konden dit jaar voor het eerst in maart en april aangifte doen en hadden dus twee maanden de tijd. Door de periode over twee maanden te verspreiden hadden mensen langer de tijd om aangifte te doen en raakten de systemen niet overbelast. Nagenoeg iedereen die voor 6 mei aangifte heeft gedaan heeft ook bericht ontvangen. In circa 50 duizend gevallen was het niet mogelijk voor 1 juli een aanslag op te leggen. De Belastingdienst heeft deze mensen per brief aangegeven dat ze meer tijd nodig heeft om deze aangiften alsnog handmatig te behandelen.
Online aangifte succesvol
Dit jaar konden mensen voor het eerst online aangifte doen via Mijn Belastingdienst of met de app Aangifte 2014. Ook bijna 200.000 mensen hebben de app gebruikt om hun aangifte te doen.
Digitale aanslag
Digitale aanslagen komen terecht in de Berichtenbox, de persoonlijke digitale brievenbus van de overheid. Ook mensen die hun Berichtenbox nog niet geactiveerd hebben, ontvangen mogelijk een digitaal bericht. De Belastingdienst raadt deze mensen dan ook aan hun account alsnog te activeren op mijn.overheid.nl. De digitale aanslag is dit jaar nog een proef.
Extra tijd om te betalen
Iedereen die een te betalen aanslag inkomstenbelasting of inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over 2014 ontvangt, krijgt eenmalig automatisch vier maanden extra de tijd om te betalen. Dit geldt voor aanslagen die worden opgelegd vanaf 1 mei 2015 tot en met 30 juni 2016. Die extra ruimte om te betalen komt bovenop de standaard betalingstermijn van zes weken. Mensen hebben dus ruim vijf maanden de tijd om te betalen. De Belastingdienst heeft ruim 2,6 miljoen mensen hierover een aparte brief gestuurd.