Toespraak van minister Hennis-Plasschaert ter gelegenheid van de medaille-uitreiking op de Nederlandse Veteranendag 2015
Toespraak op de Nederlandse Veteranendag 2015 ter gelegenheid van de medaille-uitreiking op het Binnenhof, door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 27 juni 2015 te Den Haag. Alleen gesproken woord geldt.
Majesteit, Ridders Militaire Willems-Orde, veteranen, aangetreden militairen, dames en heren,
10 maart 1979, Beiroet. Ruim 800 blauwe baretten stappen uit het vliegtuig. Militairen van het 44 Pantserinfanteriebataljon, Regiment Infanterie Johan Willem Friso.
Dit was de start van de Nederlandse deelname aan de United Nations Interim Force in Lebanon.
Beter bekend als UNIFIL, de VN-vredesmissie die tot doel had om de orde en veiligheid in Zuid-Libanon te verzekeren en het Libanese gezag in dat gebied te herstellen.
Daar op het vliegveld van Beiroet werd al snel duidelijk hoe serieus het was.
Wrakken van vliegtuigen en voertuigen. Kapotgeschoten gebouwen. Armoede.
Intimidaties, gijzelingen en beschietingen, dit alles was aan de orde van de dag.
Hoge temperaturen, afgewisseld met zware regen: geen sinecure.
Het handhaven van de vrede ter plaatse: buitengewoon lastig, zelfs nagenoeg onmogelijk.
In de jaren 1979 -1985 dienden maar liefst ruim 9000 Nederlandse militairen in Libanon. En zij keerden terug met vele nieuwe levenservaringen. De één voelde zich in zekere zin ‘verrijkt’, de ander was voor het leven getekend. Er ontstonden intense vriendschappen. En één ding is zeker: onder de omstandigheden van toen, en met de middelen van toen, hebben zij het maximale gedaan.
Dames en heren,
In 1988 kregen de VN-vredesmachten de Nobelprijs voor de Vrede toegekend, een Nobelprijs voor deelname aan vredesmissies in de periode vanaf 1956.
Op basis hiervan - en als erkenning voor de militairen die in de periode vanaf 1956 tot 1988 namens Nederland zijn uitgezonden - heb ik eerder dit jaar besloten tot een nieuw draaginsigne.
Het draaginsigne ‘Nobelprijs VN militairen’.
Het meer dan 9000 Libanon-veteranen tellende UNIFIL detachement is veruit de grootst groep die voor dit eremetaal in aanmerking komt. Let wel, het insigne is ook voor de militairen die deelnamen aan bijvoorbeeld de vredesmissies in Congo, Yemen, India & Pakistan, Syrië & Jordanië.
En zeker, ik vind het een enorme eer om vandaag het - allereerste - draaginsigne te mogen uitreiken aan de voorzitter van de Nederlandse UNIFIL-vereniging, Majoor Joustra.
En met Majoor Joustra, ontvangen nog 19 personen hier op het Binnenhof het draaginsigne.
Dames en heren,
Veel UNIFIL-veteranen noemen hun uitzending graag de ‘moeder aller missies’.
En inderdaad, in zekere zin vormde de uitzending naar Libanon de opmaat voor de latere missies van onze krijgsmacht.
Lessen werden geleerd, en tot op de dag van vandaag worden die geleerde lessen gebruikt.
Bijvoorbeeld als het gaat om de zorg. De zorg voor, tijdens én na de missie.
En dat is nodig. Want, militairen gaan.
Hoe lastig of gevaarlijk de opdracht ook is.
Zij tonen inzet en nemen risico’s. Hiervoor verdienen zij onze erkenning, onze waardering. onze zorg.
Inmiddels staat dit zo’n beetje bij iedereen helder op het netvlies. En dat is goed. Let wel, we zijn echt van ver gekomen. En verschillende Libanon-veteranen kunnen hier helaas over meepraten.
En ook vandaag is én blijft onderhoud van ons Veteranenbeleid van groot belang. Veteranenzorg doet er toe. De opdracht is de Veteraan recht te doen.
Dames en heren,
Vandaag blijft het niet bij de eerste uitreiking van het draaginsigne Nobelprijs VN militairen, want voor mij staan tevens 65 militairen die aan 15 verschillende EU-, VN- of NAVO-missies hebben deelgenomen…en onlangs zijn teruggekeerd.
Zij ontvangen de Herinneringsmedaille Vredesoperaties.
Namens ons land stonden zij in de frontlinie, zetten zij zich in op plekken alwaar angst en onrecht heersen. Onze dank hiervoor is groot!
En graag wil ik alle aanwezigen vragen om een groot applaus.
Voor de veteranen die hier vandaag aanwezig zijn, voor alle veteranen in Nederland.
Dank voor uw inzet, dank voor uw moed.
Dames en heren,
Dan nu, heel graag uw aandacht voor enkele individuele onderscheidingen.
Meneer Rozendaal,
Op 19 juli 2009 vertrok u vanaf Vliegveld Eindhoven naar Afghanistan. Uw eerste uitzending. Als Fuselier bij het Garderegiment Grenadiers en Jagers.
Eenmaal aangekomen op het vliegveld van Kandahar, zo’n dertig uur later, hoorde u gesuis en vervolgens een oorverdovende knal.
Zeer nabij, werd een woonchalet geraakt door een raket. U aarzelde geen moment en ging de getroffen ruimte binnen en behandelde daar - met gevaar voor eigen leven - een zwaargewonde burgermedewerker van een coalitiegenoot.
Daarom heeft het heeft Zijne Majesteit behaagd u hiervoor de ‘Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon, in brons’ toe te kennen.
Een bijzondere onderscheiding! En die komt u van harte toe!
U ontvangt de onderscheiding uit handen van onze Minister-President, de heer Rutte.
Meneer De Boer,
November 1949. Met het transportschip Zuiderkruis kwam u aan in Batavia. Een jaar lang diende u als chauffeur in het voormalig Nederlands-Indië. De eerste vier maanden vervoerde u militairen van het vliegveld naar het hooggelegen Malino. Daar beleefde u benauwde momenten toen u – en uw metgezellen - door 400 vijandelijke strijders werd omsingeld.
‘Dan ben je nog zo’n grote kerel, in dit soort situaties voel je jezelf heel klein’, zo verwoordde u de spanning van dat moment.
Let wel, u heeft in alle opzichten een goede plichtsbetrachting getoond.
En ik vind het een grote eer om u zo dadelijk het Ereteken voor Orde en Vrede te mogen opspelden.
Meneer Goossen,
In de jaren ‘52 en ‘53 diende u op Nieuw Guinea. Anderhalf jaar had u op deze uitzending gewacht.
Niet voor niets, want u bewaart nog altijd positieve herinneringen aan deze tijd. Dagelijks trok u de rimboe in om vijandelijke strijders op te sporen. Tot uw spijt had u niet de mogelijkheid om bij te tekenen en dat is maar goed ook, want precies een week na thuiskomst ontmoette u de vrouw waarmee u nu al zestig jaar getrouwd bent!
Als dank voor uw inzet ontvangt u uit handen van de Commandant der Strijdkrachten, generaal Middendorp, het Nieuw Guinea Herinneringskruis.
Meneer Langenberg,
Ook u diende in Nieuw Guinea. In de jaren ’61 en ’62. Wat later dan meneer Goossen dus. In juni 1962 raakte u betrokken bij een vuurgevecht. De kampong waar u op dat moment verbleef werd aangevallen door de vijand. Twee van uw strijdmakkers zijn daarbij om het leven gekomen.
U heeft daarbij psychische schade opgelopen. En tot op de dag van vandaag heeft u daar last van. En meer dan dat.
Zo dadelijk ontvangt u daarom het Draaginsigne Gewonden. Het zal u worden uitgereikt door de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, tevens Inspecteur der Veteranen, Generaal Hoitink.
Dames en heren,
Veteranen dragen hun intense ervaringen en herinneringen veelal een leven lang mee met zich mee. Positief en negatief.
En dat geldt zeer zeker ook voor de familie en vrienden die achter hun staan. Begin juni voerde ik een intens gesprek met drie bijzondere dames, alle drie weduwe van veteranen uit de Tweede Wereldoorlog of van de strijd in Nederlands-Indië.
‘Onze mannen waren al veteraan voor het woord überhaupt was uitgevonden’, zo omschreef één van de dames het heel treffend. ‘Oorlog heeft een lange staart!’, zei de ander.
Jarenlang hebben zij hun lichamelijk en/of psychisch verwonde echtgenoten moeten verzorgen. Een loodzware taak. Begrip was er niet of nauwelijks. En al helemaal niet in de jaren direct na de oorlog. Maar ook in de decennia daarna leek er weinig besef van de situatie waarin zij hadden verkeerd of nog altijd verkeerden. Zij voelden zich alleen en vergeten.
Vandaag wil ik dan ook mijn respect uitspreken, mijn respect voor deze dames. Zij weten als geen ander wat de zorg voor veteranen kan behelzen. Zij hebben een enorm offer gebracht, en groot doorzettingsvermogen getoond.
Vele jaren later, weten we maar al te goed dat het werk van een militair óók op het thuisfront veel impact kan hebben, weten we dat onze militairen hun werk niet kunnen doen zonder steun van het thuisfront.
Straks zal ik daarom - als blijk van waardering - ‘de anjerspeld’ uitreiken aan Antoinette Lübeck-Wolters en Len Wolters, het thuisfront van veteraan Marcel Wolters.
Dames en heren,
Heel graag vraag ik nogmaals om een groot applaus. Dit keer voor het thuisfront, en in het bijzonder voor de dames waarover ik zojuist sprak!
Dames en heren,
Iedere week stappen Nederlandse militairen ergens ter wereld uit het vliegtuig om aan hun missie te beginnen.
Vandaag zeggen wij publiekelijk dank, laten we zien dat wij achter onze militairen staan.
Nu, máár ook straks!
Dank-u-wel.