Ploumen: juist nu investeren in economie ebola-landen
Ruim een jaar nadat West-Afrika getroffen werd door de ebola-epidemie moet nodig aandacht besteed worden aan economische wederopbouw van de getroffen landen. Dat zegt minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), die volgende week op reis gaat naar Liberia, Sierra Leone en Guinee. 'Het is hartverscheurend dat deze landen, die net aan het opkrabbelen waren na jaren van geweld en ontberingen, werden getroffen door de ernstigste ebola-uitbraak die de wereld tot nu toe gekend heeft. Men krijgt de ziekte nu langzamerhand onder controle, maar we moeten er vooral ook voor zorgen dat het in de toekomst nooit meer zo ver komt. En daarvoor is het noodzakelijk dat deze landen weerbaarder worden', aldus de minister.
De landen in West-Afrika hebben zwaar te lijden gehad onder de ebola-epidemie. In totaal zijn volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO meer dan 11.000 dodelijke slachtoffers gevallen en ruim 27.000 mensen besmet geraakt. Hoewel de massale uitbraak nu onder controle is - na een grootscheepse internationale hulpoperatie waar ook Nederland fors aan bijdroeg met 48,8 miljoen euro aan noodhulp, de inzet van marineschip de Karel Doorman en ongeveer 50 laboranten die patiënten ter plekke bijstonden - is de ziekte nog niet volledig overwonnen. Volgens Ploumen blijft Nederland de getroffen landen bijstaan bij het bestrijden van de ziekte zolang dat nodig is, onder meer via programma's van de VN, de Wereldbank en een consortium van Nederlandse NGO's.
Daarnaast is het volgens Ploumen noodzakelijk om te werken aan de economische weerbaarheid van de landen, juist ook om te verzekeren dat zij toekomstige uitbraken beter aankunnen: 'Niet alleen het menselijk leed is groot, ook de economische schade is enorm. Liberia en Sierra Leone behoorden voor de ebola-uitbraak tot de snelst groeiende economieën in de wereld, met ruim 10% groei. Dat is nu volledig ingezakt. We moeten hard werken aan wederopbouw van de economie: het helpen van lokale bedrijven om hun productie weer op gang te krijgen en het zorgen voor kansen voor kleine ondernemers en banen voor de lokale bevolking. Inclusieve groei zorgt ervoor dat een samenleving beter is opgewassen tegen crises als ebola.'
Ploumen neemt daarom volgende week een grote groep Nederlandse bedrijven mee, die kansen zien om in de door ebola getroffen gebieden aan de slag te gaan. Maar liefst 31 bedrijven hebben zich aangemeld. Het gaat om kleine en grote ondernemingen actief op diverse terreinen, zoals landbouw, scheepvaart en logistiek. Volgens Ploumen worden deze bedrijven met open armen ontvangen door de drie landen: 'De regeringen hebben ons gevraagd om met een handelsmissie te komen. Ook omdat zij weten dat Nederlandse bedrijven niet komen om simpelweg hun producten en diensten te slijten, maar voor de lange termijn gaan en willen bijdragen aan de lokale maatschappij.' Zo reist bijvoorbeeld het bedrijf Wienco mee, dat lokale boeren helpt hun rijstproductie, cacao oogst of palmolieopbrengst te verbeteren en hen ondersteunt bij de afzet van hun producten. Ook gaan bedrijven mee die hoogwaardige werkgelegenheid kunnen scheppen, zoals Holland Shipyards, dat een verwaarloosde failliete werf in Sierra Leone heeft overgenomen om daarvan weer een goedlopend bedrijf te maken.
Later dit jaar zal Nederland ook als gastheer optreden van een internationale investeringsconferentie voor de drie landen in West-Afrika. Volgens Ploumen is er nog veel werk aan de winkel: 'Deze landen zijn nog te zeer afhankelijk van de uitvoer van grondstoffen en enkele landbouwproducten. We moeten zorgen voor meer scholing, meer mogelijkheden voor mensen om een eigen bedrijf op te zetten en meer productie voor de eigen markt, om onnodig dure importen tegen te gaan. Particuliere investeerders vervullen hierbij een sleutelrol: zij dragen in iedere economie, ook de Nederlandse, het meeste bij aan groei.'