Koenders: Snel meer mandaat voor EU-missie tegen mensensmokkelaars
Minister Koenders wil dat de EU-missie tegen mensensmokkelaars snel mandaat krijgt om meer taken uit te voeren. ‘De eerste fase van de missie is een goed begin van een solidaire en geïntegreerde aanpak waar we haast mee moeten maken’, aldus Koenders. ‘Maar het is nu aan Libië en de VN om ervoor te zorgen dat we echt door kunnen zetten en de dood van duizenden bootvluchtelingen kunnen voorkomen.'
Koenders is in Luxemburg waar de Europese ministers van Buitenlandse Zaken vergaderen over bootmigratie. Ze besluiten vandaag dat de eerste fase van de nieuwe missie tegen mensensmokkelaars op de Middellandse Zee van start kan gaan. Daardoor kunnen de eerste schepen over twee weken beginnen met patrouilleren.
De missie van de EU gaat inlichtingen verzamelen over smokkelnetwerken. Ook is afgesproken dat allerlei diensten en organisaties hun data gaan delen, zodat duidelijk wordt welke routes de smokkelaars gebruiken. ‘Dit is een cruciaal element in de strijd tegen mensensmokkelaars. Zodra we weten hoe ze opereren, kunnen we ingrijpen’, aldus Koenders.
Om in te grijpen is echter een volkenrechtelijk mandaat nodig van de VN of van de Libische autoriteiten. Door de politieke instabiliteit in Libië werken veel smokkelaars via dat Noord-Afrikaanse land. De minister: ‘De komende tijd is het van het grootste belang dat diplomatiek overleg voeren met Libië én de VN om zo snel mogelijk tot een mandaat te komen.’
Tot die tijd kan de nieuwe missie ook al veel betekenen, bijvoorbeeld ter bescherming van de Triton-missie van Frontex, die inzet op het redden van migranten. Ook als het gaat om het onbruikbaar maken van de smokkelschepen kan de nieuwe missie al aan de slag. ‘Zonder schip heeft een mensensmokkelaar geen business, zo simpel is het’, aldus Koenders. Met de Libische autoriteiten wordt overlegd hoe dit samen met de EU zo effectief mogelijk kan worden aangepakt.
Volgens Koenders is de nieuwe missie nodig om de mensensmokkelaars hard aan te pakken. ‘Mensensmokkelaars buiten de wanhoop van migranten uit. Ze teren op de hoop waarmee bootvluchtelingen aan boord gaan van gammele bootjes, hun dood tegemoet. En ze kijken niet op of om als tientallen, honderden of duizenden mensen de oversteek niet halen. Dit soort criminele praktijken moet worden gestopt.’
Koenders is realistisch over het effect van de missie: ‘De missie alleen gaat het complexe migratieprobleem niet oplossen, maar het is wel een zeer belangrijke schakel binnen de veel bredere en geïntegreerde Europese aanpak van het probleem.’
Die geïntegreerde aanpak richt zich volgens Koenders ook op het wegnemen van de motivatie om naar Europa te vluchten. ‘We moeten intensiever met Afrikaanse landen samenwerken op het terrein van mobiliteitspartnerschappen, grensbewaking, jeugdwerkloosheid en armoede. Mensen slaan alleen maar op de vlucht in een uitzichtloze situatie. We moeten ze perspectief bieden, samen met de lokale autoriteiten’, aldus de minister.
Daarnaast moet er veel diplomatiek overleg gevoerd worden om conflicten te beslechten en stabiliteit te bereiken. ‘We werken daar hard aan in onder meer Libië en Mali. In Mali werpt het de eerste vruchten af, Libië vergt nog meer inspanning om tot de eerste resultaten te komen.’ Ook is overleg nodig met herkomst- en doorreislanden.
De aanpak over drie sporen (defensie, ontwikkeling en diplomatie) is volgens Koenders noodzakelijk: ‘De enige manier om tot duurzame, inclusieve oplossingen te komen, is door deze drie sporen te stimuleren.’