Kabinet zet in op beperking duur detachering EU-werknemers
Het kabinet zal zich in Europa hard maken voor een beperking van de duur dat werknemers naar een ander Europees land kunnen worden gedetacheerd. Het kabinet omarmt hiermee het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER).
Nu kan een werknemer nog voor onbepaalde tijd worden gedetacheerd naar een ander Europees land. Dit heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.
Het voorstel zorgt ervoor dat werknemers, onder het mom van het verlenen van een dienst, minder lang tegen een lager loon werken dan Nederlanders. Het kabinet wil binnen Europa de oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden bestrijden, zodat er een gelijk loon wordt betaald voor gelijk werk op dezelfde plek. Het kabinet ziet het actieplan voor eerlijke arbeidsmobiliteit van de SER als steun in de rug voor de eigen ‘decent work’ agenda. Deze agenda is een van de prioriteiten van het Nederlandse EU-voorzitterschap vanaf 1 januari 2016.
De SER wil verder dat het gemakkelijker wordt voor bedrijven om internationale samenwerkingsverbanden aan te gaan buiten de EU. Het kabinet heeft daarom besloten dat bedrijven van te voren een uitzondering op de tewerkstellingsplicht kunnen aanvragen bij het UWV als zij gaan werken aan internationale projecten. Het UWV toetst voortaan vooraf per project of de desbetreffende functies door een Nederlander kan worden ingevuld of een werknemer uit een andere EU-lidstaat nodig is. Als dit laatste het geval is, hoeft het bedrijf geen aanvraag te doen voor een tewerkstellingsvergunning. Nu toetst het UWV nog per persoon of diegene hier mag werken en pas als de werknemer naar Nederland komt. Deze wijziging leidt tot minder administratieve lasten voor bedrijven. Hiermee wordt de pilot voor de kennisindustrie uitgebreid naar alle bedrijven die internationaal werken.