Ministers Schultz en Ploumen bezoeken Bangladesh
Volgende week gaan ministers Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) op werkbezoek naar Bangladesh. De reis van 14 t/m 18 juni staat in het teken van textiel en water en heeft als doel de handels- en ontwikkelingsrelatie tussen Nederland en Bangladesh te versterken. Met de ministers reist een multi-stakeholdermissie mee van Nederlandse waterbedrijven, textielbedrijven, vakbonden, NGO’s en pensioenfondsbeleggers.
Textiel
Sinds de ineenstorting van de kledingfabriek Rana Plaza twee jaar geleden zet minister Ploumen zich in voor het verbeteren van de werkomstandigheden in de Bengaalse kledingfabrieken. Zondag 14 juni gaat zij om de tafel met lokale vakbonden en de Bengaalse minister voor Handel om te spreken over de voortgang op het gebied van veiligheid, arbeids- en milieuomstandigheden in de textielindustrie. Ploumen: “Sinds de ramp van Rana Plaza is er veel veranderd. Duizenden inspecties zijn uitgevoerd en fabrieken zijn gerenoveerd. Maar we zijn er nog lang niet. De regering van Bangladesh moet meer stappen zetten. Uiteindelijk willen we dat Bangladesh een voorbeeld wordt voor andere landen.”
Ministers Schultz en Ploumen bezoeken op maandag een Bengaalse en een Nederlandse kledingfabriek die voldoen aan de nieuwe regels. De fabriek van het Nederlandse JJH Textiles is onlangs geopend en richt zich op duurzame kledingproductie. De fabriek DBL is volop bezig verbetermaatregelen uit te voeren en loopt voorop bij het milieuvriendelijk verwerken van afvalwater. Schultz: “De techniek voor betaalbaar en betrouwbaar zuiveren van industrieel afvalwater is gewoon beschikbaar. Goede waterzuivering hoeft niet duur te zijn. Sterker: gebruik je minder water, dan is dat goedkoper. Nederlandse bedrijven kunnen hierbij helpen.” Ploumen: “Deze positieve voorbeelden tonen aan dat je in Bangladesh aan de regels kunt voldoen en winst kunt maken. Het wordt tijd dat alle fabriekseigenaren én de politiek dat gaan inzien.”
Later die dag spreken Ploumen en Schultz met de Bengaalse minister van Buitenlandse Zaken. Schultz zal de immense uitdagingen bespreken op het gebied van watermanagement. Ploumen wil onder meer dat werknemers beter beschermd worden door de nationale arbeidswet en zonder problemen actief kunnen worden in een vakbond. Ook moet er meer financiering beschikbaar komen voor het verbeteren van fabrieken. De multi-stakeholdermissie zal onder meer een wijk met naaiateliers bezoeken.
Water
Als deltaland en lage inkomensland heeft Bangladesh grote waterproblemen. Zowel door hoge rivierafvoeren als door cyclonen kampt het land vaak met grote overstromingen. Door de snelle industrialisering daalt het grondwater in Dhaka daarnaast met twee meter per jaar en zijn er grote problemen met drinkwater en afvalzuivering. Schultz: “De uitdagingen van Bangladesh op het gebied van watermanagement zijn immens. Er is te veel water: bijna nergens anders zie je de kracht van de natuur zo nadrukkelijk. Maar er is ook te weinig en te vies water. Bangladesh moet weerbaarder worden: prepareren, in plaats van repareren na een ramp. De Nederlandse waterkennis en -kunde kan daarbij helpen.”
Dinsdag bezoeken Ploumen en Schultz projecten waar Nederlandse bedrijven hun expertise op het gebied van drinkwater, drainage en baggeren inzetten. Daarnaast is er een bijeenkomst met de Wereldbank over samenwerking op het gebied van water en ’s avonds vindt een handelsreceptie plaats, waar Nederlandse en Bengaalse bedrijven samenwerkingsmogelijkheden verkennen. Minister Ploumen vertrekt hierna naar Nederland.
Minister Schultz bezoekt woensdag het zuiden van Bangladesh, waar met Nederlandse steun is geïnvesteerd in weerbaarheid tegen overstromingen, sanitatie en armoedebestrijding. Zo zal ze nieuwe polders met een drainagesysteem bezoeken en zal ze spreken met enkelen van de 18 miljoen mensen die met Nederlandse steun toiletten hebben gekregen. Op donderdag spreekt Schultz naar verwachting met de Bengaalse premier en bezoekt zij met Nederlandse bedrijven de haven van Chittagong. "Goed werkende havens zijn onmisbaar voor de economische ontwikkeling van een land als Bangladesh. Nederlandse bedrijven kunnen in samenwerking met Europese collega's concrete voorstellen doen voor duurzame havenontwikkeling, gebaseerd op de nieuwste kennis en inzichten en innovatieve financiering”, aldus minister Schultz. Daarna vertrekt ze terug naar Nederland.
De ministeries van Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken werken sinds eind 2014 samen in het Interdepartementaal Watercluster (IWC). Doel is de internationale positie van Nederland op het gebied van waterbeheer verder te verstevigen. Dit eerste bi-ministeriële bezoek aan Bangladesh is een concreet voorbeeld van deze nieuwe samenwerking.