Koenders: meer internationale actie tegen Foreign Terrorist Fighters
Minister Koenders van Buitenlandse Zaken heeft maandag op een conferentie over Foreign Terrorist Fighters in Den Haag de deelnemers opgeroepen zoveel mogelijk kennis te delen over geradicaliseerde individuen, over trends rond Foreign Terrorist Fighters en over succesvolle manieren om dit fenomeen tegen te gaan. ‘Omdat deze bedreiging zich niets aantrekt van grenzen en zeeën, moet onze reactie ook grensoverschrijdend zijn. Internationale samenwerking om terrorisme tegen te gaan is van cruciaal belang’, aldus Koenders. ‘Zowel als het gaat om “intelligence” (inlichtingen) samenwerking en het droogleggen van financiering als preventie.’
De experts zijn in Nederland voor een overleg van het Global Counterterrorism Forum (GCTF), waarvan Nederland in het najaar voorzitter wordt. ‘Goed te zien dat zoveel landen uit alle windstreken hier vandaag vertegenwoordigd zijn. De hoge opkomst onderstreept het belang dat de internationale gemeenschap hecht aan een gezamenlijke aanpak van radicalisering en extremistisch geweld’, zei Koenders.
Aan de conferentie nemen ruim honderd experts deel uit veertig landen en internationale organisaties. Dinsdag sluiten experts van de internationale anti-ISIS coalitie aan. Volgens de minister is het van groot belang deze mensen regelmatig bij elkaar te brengen om de terroristische uitdagingen van de 21ste eeuw het hoofd te bieden. ‘Het GCTF zal de komende tijd alleen maar belangrijker worden’, stelde de minister.
Nederland is onlangs aangewezen als nieuwe co-voorzitter van het GCTF. Nederland neemt in het najaar deze rol op zich. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) werken hierbij actief samen. Koenders wil de door het GCTF opgebouwde expertise tijdens het voorzitterschap gaan omzetten in concrete acties. ‘De tijd van plannen maken is voorbij, we moeten nu daadkracht tonen. Gelukkig hebben we als internationale gemeenschap een goed begin gemaakt, waar we nu op kunnen voortbouwen.’
Als voorbeeld noemde Koenders Indonesië. Behalve samenwerking in de ondersteuning van slachtoffers van terrorisme, wordt ook het contact tussen Foreign Terrorist Fighters en lokale gemeenschappen gestimuleerd, om zo radicalisering te voorkomen.
Koenders wil dit soort projecten tijdens het Nederlands-Marokkaans voorzitterschap versterken. Hij denkt hiervoor aan steun aan het IIJ, maar ook aan Hedayah, een kenniscentrum in de Verenigde Arabische Emiraten waar onderzoek wordt gedaan naar de beste aanpak van het voorkomen van radicalisering, en aan het Global Community Engagement and Resilience Fund (GCERF), een publiek-privaat fonds dat lokale gemeenschappen ondersteunt om zich weerbaarder te maken tegen gewelddadig extremisme.
Daarnaast wil Koenders ‘best practices’ die door het GCTF in kaart zijn gebracht implementeren en concretiseren tijdens het Nederlands voorzitterschap. ‘We weten wat werkt, dus het is tijd om de successen in meerdere landen toe te gaan passen.’ Koenders denkt dan bijvoorbeeld aan een landelijk contactpunt waar overheden elkaar kunnen bereiken om informatie te delen over Foreign Terrorist Fighters.
Ook op het gebied van preventie is nog veel te winnen, denkt de minister. ‘Het doel van GCTF is te voorkomen dat de denkers van vandaag de Foreign Terrorist Fighters van morgen worden. We moeten ouders en leraren handvatten geven om te kunnen reageren als ze vermoeden dat een jongere radicaliseert. In Nederland hebben we een speciale Expertise Unit om dit samen met scholen en gemeenten aan te pakken. Zo’n aanpak kan prima navolging krijgen in andere landen. Op die manier hoeft niet ieder voor zich het wiel uit te vinden’, zegt Koenders.
De minister wees er op dat noch obsessies noch naïveteit in de strijd tegen gewelddadige extremisten leidend mogen zijn: ‘In tegenstelling tot de extremisten die we bestrijden, moeten wij altijd handelen binnen de morele en wettelijke grenzen die de rechtstaat en de mensenrechten ons stellen. Daarbij moeten we - hoe moeilijk ook - de goede balans vinden tussen veiligheid en privacy.’
‘Belangrijk is ook te beseffen dat er een weg terug is voor Foreign Terrorist Fighters. We moeten aandacht hebben voor onze omgang met spijtoptanten en hun uiteenlopende drijfveren. We moeten begrijpen wat voor hen, van lone wolves tot jonge vrouwen, de aantrekkingskracht is van de lege woestenij van ISIS, en waarom ze uiteindelijk besloten terug te keren.’
De minister gaf in zijn toespraak op de conferentie ook aan dat initiatieven tegen Foreign Terrorist Fighters niet in isolement moeten plaatsvinden. ‘Nederland gelooft dat een gezamenlijke aanpak onder de vlag van de VN de beste manier is om terrorisme aan te pakken. Ook moet elke strategie om terrorisme tegen te gaan goed geworteld zijn in het internationaal recht: doen we dat niet, dan is de aanpak gedoemd om te mislukken.’