Toespraak van staatssecretaris Dijksma bij opening Kwatrijnstal
Toespraak van staatssecretaris Dijksma (EZ) bij de opening van de Kwatrijnstal op 27 mei 2015 in Kaatsheuvel.
Dames en heren,
Wat is er Nederlandser dan een koe in de wei?
Al in de zeventiende eeuw stond zij symbool voor de Nederlandse welvaart en vruchtbaarheid: de koe in het Hollandse landschap. De schilder Paulus Potter maakte er zijn handelsmerk van. En ook vadertje Cats roemde in die tijd Hollands 'schone koeien, waaruit de zoete melk, en room en boter vloeien [schoone koeyen, daer uyt dat soete-melck, en room, en boter vloeyen]'.
Op hedendaagse schilderijen van koeien staan ze meestal nog in de wei. Maar in de hedendaagse wei zie je ze helaas steeds minder. 30 procent van de koeien staat altijd op stal. Ik heb mij voorgenomen deze tendens te keren.
Maar koeien kunnen natuurlijk sowieso niet altijd in de wei staan. En wanneer ze op stal staan, dan toch het liefst in een stal waarin ze vrijuit kunnen bewegen en ruimte hebben om te liggen. Een stal die voldoet aan de eisen van deze tijd. Een diervriendelijke, energiezuinige stal, met een lage stikstofuitstoot, en een die past in het landschap.
De consument van vandaag vraagt daarom. Dierenwelzijn en duurzaamheid staan hoog op de maatschappelijke agenda, net als natuurbehoud. Burgers willen landbouwbedrijven die zichtbaar zijn, transparant werken en die produceren in harmonie met hun omgeving. Ook de melkveehouderij moet op deze maatschappelijke wensen inspelen.
De melkveehouders hebben deze ontwikkeling goed begrepen en passen zich aan, zoals zij dat altijd hebben gedaan. Ze komen met duurzame initiatieven en innovaties. Kijk maar naar de voorbeelden van de families Buijs en Ondersteijn in de filmpjes die we zojuist hebben gezien.
Daarbij geef ik de boeren op z'n tijd een duwtje in de rug. Het kabinet heeft namelijk grote ambities voor een duurzame toekomst van de veehouderij. De Nederlandse landbouwsector staat internationaal hoog aangeschreven. We zijn de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld, nergens wordt per vierkante meter zoveel geproduceerd als hier en adel verplicht: behalve de productiefste willen we ook de duurzaamste zijn.
Voor de melkveehouderij betekent het onder meer dat we voorwaarden stellen aan groei. De sector heeft dit jaar de melkquota zien verdwijnen. Om het aantal koeien verantwoord te laten toenemen is afgesproken, met instemming van alle partijen in de zuivelketen, dat boeren voldoende grond moeten hebben om in elk geval een deel van de mest van hun bedrijf op eigen terrein te kunnen gebruiken.
En grondgebondenheid heeft meer voordelen dan de mogelijkheid van mestafzet. Veehouders kunnen op de extra grond hun eigen ruwvoer produceren. En vaak maakt meer grond het ook mogelijk het vee te weiden.
Dames en heren,
Ik zei het net al. De afgelopen decennia dreigde de koe om praktische en economische redenen uit het Nederlandse landschap te verdwijnen. Daar wil ik iets aan doen. Het Nederlandse landschap, met de koe in de hoofdrol, is nog steeds geliefd. Maar weidegang past ook in een duurzame veehouderij. Als het niet te heet is, lopen koeien graag buiten. En koeien die het naar hun zin hebben, worden ouder en zijn gezonder.
Ik heb als doel gesteld dat over vijf jaar 80 procent van de koeien in de wei loopt, in plaats van 70 procent in 2013. Dat vraagt om een flinke extra inspanning van alle partijen. Daarom heb ik tot 2020 1 miljoen euro beschikbaar gesteld om melkveehouders die willen overgaan op weidegang te helpen om bijvoorbeeld hun kennis te vergroten. Ook wil ik stimuleringsmaatregelen voor duurzame stallen voor deze boeren beter toegankelijk maken.
Een derde belangrijke pijler van verduurzaming in de melkveehouderij, naast grondgebondenheid en weidegang, is de innovatieve stal. Om te komen tot vernieuwende stalsystemen, schreef het ministerie van Economische Zaken in 2011 een SBIR uit, een competitie om innovatie in het midden- en kleinbedrijf te stimuleren. Met dit programma daagt de overheid ondernemers uit innovatieve oplossingen te vinden voor maatschappelijke uitdagingen op allerlei terreinen. De SBIR is een goed instrument gebleken om tot vernieuwing van stalsystemen te komen. Het heeft drie innovatieve, duurzame stallen opgeleverd: voor kippen, varkens en rundvee.
Een van die stallen is de Kwatrijnstal. Vandaag openen we hier officieel de eerste Kwatrijnstal voor de 70 Jersey-koeien van Sjaak en Suzanne Sprangers. De koeien van de familie Sprangers hebben het goed. Straks gaan we ze naar buiten laten. Maar ’s winters hebben ze in de Kwatrijnstal de ruimte, zelfs de helft meer dan in een stal die voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij.
In de Kwatrijnstal liggen de koeien op stro. Dat is niet alleen comfortabel, maar het stro geeft ook extra waarde aan de vaste mest. Vaste mest en urine worden in de Kwatrijnstal gescheiden, zodat de meststoffen efficiënter kunnen worden ingezet en de ammoniakuitstoot minimaal is.
Zo profiteren niet alleen de koeien maar ook de natuur van de nieuwe stal. Hier aan de rand van de Loonse en Drunense Duinen is dat een belangrijke stap. In de PAS – de Programmatische Aanpak Stikstof – hebben we immers afgesproken de hoeveelheid stikstof in de natuur terug te dringen.
Ook de families Buijs en Ondersteijn dragen daaraan bij. We zagen dat de familie Ondersteijn in de nieuwe stal een emissiearme vloer heeft laten aanleggen. Dat ze bezig zijn zelfvoorzienend in energie te worden. We zagen ook dat Joris Buijs zelf eiwitrijk voer verbouwt, zodat hij geen soja uit Brazilië hoeft te laten komen. En hij brengt zijn mest naar tuinders en akkerbouwers in de buurt. En dat past dan weer in het idee van regionale kringlopen, dat ik van harte steun.
Ook de buren van Sjaak Sprangers profiteren straks mee van de innovaties van de Kwatrijnstal. In het dak van deze stal kunnen makkelijk zonnepanelen worden opgenomen. Bij de familie Sprangers levert het dak straks meer energie op dan het bedrijf nodig heeft. Driekwart van deze schoon opgewekte energie kan dan worden verkocht.
Dames en heren,
U begrijpt dat ik enthousiast word van al deze innovaties. In boeren die zo met hun bedrijf omgaan, zie ik medestanders voor mijn beleid om een gezonde bedrijfsvoering te combineren met duurzaamheid en een sterke, veerkrachtige natuur. Natuur in natuurgebieden, zoals de Loonse en Drunense Duinen, en natuur daarbuiten. En daar horen koeien bij. Koeien in de wei. En koeien in een moderne stal, een stal die één is met ons mooie, Nederlandse landschap. Zoals deze Kwatrijnstal.
Ik dank u voor uw aandacht.