Blijven in plaats van vertrekken

Opinieartikel van minister Ploumen in de Volkskrant van 26 mei 2015.

Je bent 18 jaar en de dagen trekken voorbij zonder enig perspectief. Je hebt een paar honderd dollar, geleend of verdiend door je laatste bezittingen te verkopen. Wat doe je?

Nu:

Je bespreekt met vrienden en familie hoe je weg kunt. Weg uit het land waar je groot bent geworden, waar je ouders wonen, waar het meisje leeft met wie je eigenlijk trouwen wil. Op een nacht kruip je onder het zeil van een vrachtwagen. Op de kaart van Afrika heb je gezien dat je naar het Noorden moet. Libië, dat is de kortste weg naar Europa, waar het beter is.

Straks:

Je overlegt met vrienden en familie hoe je een baan kunt krijgen of voor jezelf kunt beginnen. Zodat je kunt blijven in het land waar je groot bent geworden, waar je ouders wonen, waar het meisje leeft met wie je eigenlijk trouwen wil. Op een dag schuif je aan op het kantoor van de bank. Je wilt weten hoe je kunt investeren in het land van je familie om katoen te gaan telen. Waar dan grote vraag naar is, omdat een buitenlands bedrijf een katoenweverij heeft gebouwd.

De discussie over vluchtelingstromen gaat tot op heden vooral over wat we aan moeten met mensen die Europa als een veilige haven zien. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen economische vluchtelingen en politieke vluchtelingen. Enerzijds terecht: het maakt een groot verschil of je op de vlucht bent voor je leven of omdat je niet weet hoe je een boterham kunt verdienen. Maar anderzijds: de mensen zelf maken dat onderscheid niet. Ze zitten allemaal samen op de overvolle bootjes die wij dagelijks op de Middellandse Zee zien.

In het licht van die in- en intrieste beelden is het moeilijk voorstelbaar dat het nog erger zou kunnen. Maar daarvan ben ik wel overtuigd: het had nog veel erger kunnen zijn. Dat dat niet zo is, komt omdat wij met zijn allen al veel, heel veel doen. In de regio’s waar de grootste stromen op gang komen, zorgen we voor noodhulp; voedsel, kleding en onderdak, alles wat nodig is om op korte termijn te overleven. Op die plekken proberen we ook te zorgen dat er meer is dan dekens en een dak. Mogelijkheden om winkeltjes te openen, het volgen van beroepsonderwijs. De meeste vluchtelingen blijven dan ook in de regio. Neem Syrië: meer dan 90% van de Syrische vluchtelingen is in de buurt gebleven; minder dan 1% is doorgereisd naar Europa.

U weet dat we dit doen. U betaalt een belangrijk deel van die rekening via uw belastinggeld en met donaties. Noodhulp is maar een relatief klein deel van dat bedrag. Het grootste deel van het budget van ontwikkelingssamenwerking wordt besteed aan structurele inspanningen die juist moeten voorkomen dat noodhulp ooit nodig wordt.

Dit kabinet heeft bij zijn aantreden besloten dat hulp vooral een middel is om een hoger doel te bereiken: mensen in staat stellen zichzelf te ontwikkelen. In welk land ik ook kom geldt dat mensen liever zichzelf redden dan om hulp vragen. Daarom moet hulp bij handel en handel bij hulp.

Wie de beelden van alle huidige ellende ziet, zal geneigd zijn te denken dat dit allemaal aan het mislukken is. Dat is niet zo. We maken wel degelijk enorme vorderingen. We zijn de strijd tegen honger aan het winnen. Extreme armoede is binnen twee decennia gehalveerd. Waar Afrika vroeger werd gezien als het verloren continent, staan de investeerders tegenwoordig te trappelen om er zaken te doen.

Maar ondertussen liggen de lijken op de Siciliaanse stranden en dat is onaanvaardbaar. Dit moet stoppen. Daar werken we aan met de EU. Maar daar willen we het niet bij laten. Ik zal in mijn begroting 50 miljoen euro vrijmaken om meer perspectief te creëren in Noord-Afrika. Perspectief, daar gaat het om. We moeten nu alles uit de kast halen om te voorkomen dat jonge Afrikanen morgen in Libië op een gammel bootje stappen.

Binnen ons fonds voor MKB-bedrijven die willen ondernemen in lage en middeninkomenslanden, het Dutch Good Growth Fund, maken we geld vrij voor meer banen en ondernemerskansen voor jonge Afrikanen. Nederlandse bedrijven die mooie investeringsplannen hebben voor de regio maar tegen obstakels oplopen, gaan we helpen de stap toch te zetten. MKB’ers en ondernemers in spé in landen als Ghana, Senegal en Tunesië gaan we helpen hun plannen te realiseren. Met advies, praktische hulp en financieringsmogelijkheden. Daarnaast gaan we samenwerken met maatschappelijke organisaties en sociale ondernemers die al actief zijn in de regio en weten wat werkt. Zo bereiken we ook de meest kwetsbare groepen.

Wie zijn leven riskeert om naar Europa te komen, is niet alleen wanhopig; die heeft ook lef en ambitie. We moeten nu zorgen dat zo iemand zijn lef en ambitie inzet om een bestaan op te bouwen in eigen land. Want het paradijs dat hij zoekt, bestaat niet. Wie niet onderweg verdrinkt, eindigt te vaak als illegaal, sjokkend langs de stranden van Spanje of Italië om zonnebrillen te verkopen die niemand wil hebben.

Wij moeten niet alleen inzetten op het tegenhouden van mensen. Mensen die geen perspectief hebben, zijn tot alles in staat om daar te komen waar het beter is. Maar wie een eerlijke kans ziet op een fatsoenlijk bestaan op de plek waar hij is opgegroeid, waar zijn familie woont en het meisje met wie hij trouwen wil, zal geneigd zijn niet te vertrekken, maar te blijven en die kans te pakken.