Toespraak van minister Kamp bij de start van de duurzame energievoorziening FrieslandCampina
Toespraak van minister Kamp van Economische Zaken (EZ) bij de start van de duurzame energievoorziening voor de nieuwe fabriek van FrieslandCampina in Borculo op 11 mei 2015.
Dames en heren,
Ik hoefde niet lang na te denken toen FrieslandCampina mij vroeg hier vandaag aanwezig te zijn. Zoals u ongetwijfeld weet, heb ik in Borculo vele voetstappen liggen. Zestien jaar was ik hier gemeenteraadslid waarvan acht jaar tevens wethouder. Ik ken de regio, haar geschiedenis van bloeiende handel en de ondernemende geest die hier nog altijd bij de mensen heerst.
Het was ook die ondernemende geest die ik in 1986 zag bij de heer Ybema, toenmalig directeur van de Coöperatieve Weiproducten Fabriek. Samen met burgemeester Alma onderhandelde ik als wethouder met de heer Ybema over het terrein waarop we vandaag staan. De overeenstemming over verkoop en herbestemming die we toen bereikten, ligt ten grondslag aan de fabriek die binnenkort in gebruik genomen wordt en die we vandaag als het ware alvast ‘aan’ zetten door de energievoorziening officieel op te starten.
Bijna dertig jaar tussen verkoop en definitieve bestemming is misschien lang, maar er zal niet eerder zo’n uitstekend moment zijn geweest voor de opening van een nieuwe productielocatie als dit voorjaar van 2015. Deze nieuwe fabriek staat symbool voor een nieuw begin: de start van het post-melkquotatijdperk.
Nu er niet langer een maximum zit aan de melk die agrarische bedrijven mogen produceren, breiden boeren waar mogelijk uit met koeien. De verwerkingsindustrie doet dat met fabrieken. Verwacht wordt dat de Nederlandse melkproductie, bevrijd van de quota, tot 2020 groeit met 20% ten opzichte van 2011. Zet dat grotere aanbod tegenover een toenemende vraag naar zuivelproducten uit Afrika en Azië en u ziet: de kansen zijn talrijk.
Natuurlijk vindt de toename van melkproductie niet alleen in Nederland maar in meer Europese landen plaats. Er is echter één groot verschil tussen ons en de rest: wij hebben FrieslandCampina. Een wereldspeler, die doorgroeide tijdens de crisis, met een omzet van ruim elf miljard, miljoenen consumenten en export naar meer dan honderd landen. Een coöperatie van bijna twintigduizend boeren die, gedwongen door fysieke grenzen in Nederland, al zo lang als ze bestaan op zoek zijn naar de meest efficiënte productiemethoden. Die wereldwijd bekend staan als inventief, innovatief en van wie anderen willen leren.
FrieslandCampina zag op tijd de kansen die de afschaffing van de melkquota bood. Investeerde de afgelopen jaren 2,5 miljard. Grotendeels in nieuwe fabrieken in Nederland, maar ook in locaties in het verre Oosten. Had al stevig voet aan de grond in Azië – in zeven jaar tijd vertienvoudigde de afzet in de Chinese regio. En heeft nu als ambitie de hele wereld te veroveren en de allerbeste te worden.
Die ambitie kan mijn ministerie alleen maar ondersteunen. En dus vertellen de staatssecretaris en ik, waar ter wereld we komen, over onze topsector Agri&Food. Zo deden we dat het afgelopen jaar in Dubai, Vietnam, Japan, Korea, China en Mexico. En maakt collega Sharon Dijksma volgende week in Myanmar nieuwe afspraken voor meer kennisuitwisseling in de zuivelindustrie.
Ondertussen stimuleren we blijvende vernieuwing in onze topsectoren, zodat we onze sterke concurrentiepositie in de toekomst kunnen behouden. Binnen de sectoren, maar ook over de grenzen van de sectoren heen, met overkoepelende thema’s als biobased economy. Via de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheid.
Als ministerie kun je partijen bij elkaar brengen, een financiële bijdrage leveren, en waar nodig net dat benodigde zetje in de rug geven. Maar, het zijn de bedrijven die het moeten doen. Die uiteindelijk willen investeren omdat zij kansen en economische waarde zien. En dan is het fantastisch om te zien wat hier gebeurt. Hoe twee innovatieve bedrijven uit verschillende sectoren elkaar vonden in hun gedeelde ambities.
FrieslandCampina, dat klimaatneutraal wil groeien en inzet op een hogere energie-efficiëntie en minder uitststoot van broeikasgassen. En BTG-BTL, een groeiend MKB-bedrijf dat focust op duurzame technologie en nu met dochterbedrijf Empyro een uniek product in handen heeft waarmee schoon en zuinig stoom geproduceerd kan worden.
Een uitstekende match dus, niet alleen van ambities maar ook van kennis en mogelijkheden. Een samenwerking die wij als overheid met het topsectorenbeleid en de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie van harte hebben gefaciliteerd.
En zo kan het dat hier straks jaarlijks 750 miljoen kilo melk wordt ontroomd, gepasteuriseerd en verpoederd deels met warmte geproduceerd uit olie bereid uit hout, de zogenoemde pyrolyseolie.
Daarmee beleven we twee wereldprimeurs:
De zuivelfabriek in Borculo wordt de eerste industrielocatie die op zo’n grote schaal draait op pyrolyseolie.
En de pyrolysefabriek in Hengelo, de eerste fabriek wereldwijd die deze olie voor de procesindustrie vervaardigt.
Met deze samenwerking wordt jaarlijks 10 tot 12 miljoen m3 aardgas bespaard. Een showcase voor de rest van de wereld en niet in de laatste plaats voor Nederland zelf. De productie van warmte beslaat maar liefst twee derde van ons energieverbruik. De vraag naar warmte zal in de toekomst niet minder worden, maar moet anders worden. Met het oog op de lange-termijn-ambitie van een duurzame energievoorziening is verdere verduurzaming van warmte noodzakelijk. Daarom stimuleert het kabinet bedrijven minder gebruik te maken van gas en meer van rest- en hernieuwbare warmte. Wat hier gebeurt, zou in de toekomst op grotere schaal en overal ter wereld kunnen worden toegepast.
Dames en heren,
Lang hoefde ik dus niet na te denken, want het is om heel veel redenen goed om hier vandaag aanwezig te zijn.
Hier, bij een van de succesvolste Nederlandse bedrijven van het moment, dat zich optimaal voorbereidt om de kansen van een nieuw zuiveltijdperk ten volste te benutten. En dat energieneutraal wil gaan doen. Dat kàn doen doordat een ander succesvol Nederlands bedrijf jarenlang investeerde in een nieuwe technologie en bleef geloven in de kracht én de economische waarde ervan.
Samen geven ze met de bouw van de fabrieken en de toekomstige productie een enorme boost aan de werkgelegenheid in de regio.
Het is deze vorm van ondernemerschap en samenwerking waar onze economie op draait en waarvoor wij de beste voorwaarden willen creëren. Daarom, een dikke pluim voor FrieslandCampina, BTG-BTL/Empyro én de regio die dit alles mede mogelijk maakte.
Ik dank u voor uw aandacht.