Regionale effecten passendheidstoets
DG Wonen en Bouwen heeft opdracht gegeven aan ABF Research om de regionale effecten van meer passend toewijzen op vraag en aanbod van huurwoningen en op de financiële positie van corporaties in beeld te brengen.
Op grond van de onlangs aangenomen herziene Woningwet moeten vanaf 2016 woningcorporaties aan ten minste 95% van de huishoudens die in aanmerking komen voor een huurtoeslag woningen verhuren met een huurprijs tot aan de aftoppingsgrens.
De afgelopen jaren worden steeds minder woningen passend toegewezen, in de zin van de passendheidsnorm. Op dit moment wordt ongeveer 70% passend toegewezen. Dit komt doordat er steeds minder aanbod is onder de aftoppingsgrens. Het onderzoek concludeert dat het aanbod van woningen onder de aftoppingsgrens vergroot zal moeten worden.
De effecten van de passendheidsnorm op vraag en aanbod van huurwoningen en op de financiële positie van corporaties zijn sterk afhankelijk van de regionale situatie op de woningmarkt en van gedragsreacties van woningzoekenden en corporaties. Mogelijke gedragsreacties van corporaties zijn het beperken van de huurharmonisatie of het verlagen van de huur bij mutaties.
Nagegaan is wat het kost om alle vrijkomende corporatiewoningen in huurprijs te maximeren op de aftoppingsgrens zodat via gerichte toewijzing voldaan kan worden aan de passendheidsnorm. Dit levert een royale inschatting op van de huurderving, omdat een dergelijke matiging van de huur alleen aan de orde hoeft te zijn bij de doelgroep voor de huurtoeslag. In dat geval zou het verlies aan huurinkomsten na 2 jaar (2016-2017) ruim 100 miljoen bedragen. Per regio verschilt het beeld op deze korte termijn beperkt; in de meeste regio's gaat het in 2017 om een derving van de huurinkomsten met minder dan 1%.