Toespraak van minister Van der Steur bij de aftrap van de Nationale Inbraakpreventieweken

Toespraak | 30-04-2015

Dames en heren,

Ik vind het geweldig om hier te staan, in deze werkelijk gigantische bouwmarkt!

Alleen zo jammer dat ik lang niet van alles wat hier te koop is weet waar het voor dient, of hoe je het moet gebruiken...

Neemt niet weg dat dit een mooie locatie is voor de start van deze Nationale Preventieweken. De tweede uitvoering op rij alweer van dit uitstekende publiek-private initiatief!

Ik heb begrepen dat dit een jaarlijks terugkerend fenomeen moet worden. Dat juich ik uiteraard van harte toe. Zoals elk gezamenlijk initiatief dat gericht is op afname van het aantal woninginbraken. En waarbij mensen zelf hun verantwoordelijkheid oppakken, om hun huis te beschermen.

Er was een tijd, dames en heren, dat er rond criminaliteit nog een zweem van romantiek hing. Types als Aage M., de charmante meesterkraker met zijn thermische lans, die zelfs zo’n beetje uitgroeide tot een cultheld. De rauwe werkelijkheid is heel anders. Het is bijzonder ingrijpend, als je bij thuiskomst moet constateren dat iemand in jouw domein is geweest, in jouw spullen heeft zitten graaien en jouw dingen heeft meegenomen. Kostbare zaken, maar soms ook voorwerpen die voor jou, of je familie, een grote emotionele waarde vertegenwoordigen. Onverteerbaar, de gedachte dat een inbreker zo’n dierbaar erfstuk dan voor een paar tientjes gaat verpatsen bij een heler – en dat je het misschien nooit meer terugziet.

Woninginbraak is dan ook een delict dat we rekenen tot de high impact crimes: delicten die vaak diepe sporen nalaten bij de slachtoffers. Te meer nog, als de inbraak plaatsvindt terwijl de bewoners thuis zijn - bijvoorbeeld ’s nachts – en er een confrontatie plaatsvindt met de inbrekers.

Als overheid doen wij er dan ook alles aan om het aantal inbraken omlaag te krijgen. En dat lukt de laatste jaren goed. U weet het nog wel: vorig jaar wisten we een vrij spectaculaire daling te realiseren. Bijna één vijfde minder woninginbraken dan in 2013. En ik heb goed nieuws: die daling zet óók dit jaar weer stevig door! In de eerste drie maanden van dit jaar deden zich opnieuw 17 procent minder inbraken voor dan in het eerste kwartaal van 2014. In absolute aantallen: 4000 minder! Als dat zo doorgaat, dalen we dit jaar verder naar 60.000 inbraken. Let wel: in 2012 waren dat er nog ruim 91.000!

Die scherpe daling is natuurlijk fantastisch. Ben ik nu tevreden? Nee. Ook 60.000 woninginbraken vind ik nog altijd veel. Te veel. Dat aantal moet nog verder omlaag. En dat kan ook, volgens mij. Maar dat is niet een taak voor politie, justitie en private partners alleen. Ook bewoners zelf kunnen nog véél meer doen om de inbrekers buiten de deur te houden.

Dat is een kwestie van bewustwording, van gedrag en van het nemen van – soms heel simpele – preventieve maatregelen.

Bewustwording: het is goed om mensen beter bewust te maken van de risico’s die ze lopen. Hoe denkt een inbreker? Die maakt uiteraard een inschatting of er bij u wat te halen is. Maar hij kijkt ook heel scherp of hij makkelijk – en liefst snel – binnen kan komen. Of hij tijdens zijn noeste arbeid niet gezien kan worden. Of er een mogelijkheid is om snel - en liefst ongezien - te vluchten. Verplaats u eens in een inbreker, kijk door zijn ogen naar uw huis en word u bewust van de risico’s. Daar zijn deze Nationale Inbraak Preventieweken heel geschikt voor.

Dan iets over gedrag. Onlangs kreeg ik de resultaten van een onderzoek onder ogen, uitgevoerd in opdracht van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken. Daaruit blijkt onder meer dat vooral jongeren – onder de 30 - nonchalant zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om deuren en ramen consequent en goed af te sluiten, als ze van huis gaan. Niet echt slim, als je bedenkt dat nog steeds één vijfde van alle geslaagde inbraken een insluiping betreft. Ook nemen jongeren minder vaak maatregelen als ze op vakantie gaan. Zoals iemand regelen die de post en de kranten regelmatig weghaalt en uit het zicht legt. Of de buurvrouw vragen een oogje in het zeil te houden.

En dan zijn er ook nog altijd mensen die – heel 'klassiek'- een reservesleutel onder een bloempot verstoppen. 'Lekker makkelijk, voor als oma de plantjes water komt geven.' Voor oma, ja... Maar óók voor mensen met minder nobele bedoelingen. En wie een schuurtje heeft in de tuin, neemt nauwelijks de moeite om dat te beveiligen. Dit terwijl er vaak dure fietsen of tuingereedschap in staan. Gemiddeld voor bijna 2.500 euro!

Tot slot iets over maatregelen. Inbrekers, dames en heren, zijn vaak heel handige jongens. Maar aan één ding hebben ze een broertje dood. En dat is aan eindeloos gepruts aan deuren of ramen die goed - en solide - zijn afgesloten. Als ze inschatten dat het een lastig of tijdrovend klusje wordt, gaan ze liever uw deur voorbij. En hun geluk ergens anders beproeven, in een andere straat of buurt.

Het beste bent u af met hang- en sluitwerk dat voldoet aan de normen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Dat kan de kans op een inbraak wel met tientallen procenten verlagen!

En zo ingewikkeld is dat allemaal niet. Kijk maar eens om u heen: deze winkel hangt vol met deugdelijk hang- en sluitwerk. En niet alleen deze winkel. Tal van doe-het-zelfzaken, sleutelspecialisten, ijzerwarenwinkels – noem maar op - laten zich op dit punt extra gelden in de Nationale Inbraak Preventieweken. Zo krijgt U krijgt 50 procent korting op tal van zaken die het inbrekers moeilijk maken. Niet alleen op sloten, maar ook op andere inbraakpreventiemiddelen. Bijvoorbeeld lampen met een bewegingssensor of een schemerschakelaar. Of een veiligheidsbeslag, dat de cilinder van uw slot beschermt.

Nog effectiever is het om uw hele woning te laten voldoen aan het Politiekeurmerk. Dat kost u een aardige duit, maar daar staat ook veel tegenover. De kans op een geslaagde inbraak neemt gigantisch af. Tot wel 90 procent! Een prettig idee. Niet alleen voor U, maar ook voor de verzekeraars. Die hebben zoveel vertrouwen in het politiekeurmerk, dat U een flinke korting kunt krijgen op uw premie! Als overheid stimuleren we dat keurmerk dan ook van harte. We streven ernaar om ook dit jaar weer tienduizenden woningen inbraakbestendig te maken!

Dames en heren, 'Maak het inbrekers niet te makkelijk,' roept Harm Alarm in het bekende reclamespotje op radio en tv. Dat is – opnieuw - de rode draad van deze Nationale Inbraak-preventieweken. Dit alles om ons allemaal aan te sporen tot alert gedrag. En om goede preventiemaatregelen te nemen. Zodat we aan het eind van het jaar kunnen constateren dat het aantal woninginbraken opnieuw fors is gedaald!

Ik heb begrepen dat we nu een soort Masterclass krijgen van slinkse technieken die erg populair zijn bij het inbrekersgilde. Frits van de Kant, directeur van het Beveiligingscentrum, schijnt daar alles van te weten... Ik zal daar maar geen vragen bij stellen. Hoewel, misschien toch één: welke deur zal bestand blijken te zijn tegen zijn geraffineerde methodes...?