Bewerkte samenvatting van de toespraak Mundus Liber van minister Ploumen bij het American Security Project
Bewerkte samenvatting van de toespraak 'Mundus Liber?' van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) bij het American Security Project in Washington op 16 april 2015.
Mundus Liber?
Nederland is een klein land en het ligt grotendeels onder de waterspiegel. Dat bepaalde van oudsher ons handelen. Immers, als de ene landheer zijn dijken niet onderhield, verdronk ook de ander. En: we moeten handelen met anderen. We kunnen niet vertrouwen op macht en kracht. We hebben gemeenschappelijke regels nodig.
Het lijkt me geen toeval dat het een Nederlander was die voor het eerst een concept over een mondiale gemeenschap formuleerde: Hugo de Groot in zijn Mare Liberum uit 1609. Daarin betoogde hij dat de zee vrij toegankelijk moest zijn. Het belang van een zeevarende handelsnatie was daarbij evident. Die zeventiende eeuw, de eeuw van Hugo de Groot, zou onze Gouden Eeuw worden.
Handelen en polderen is nog steeds onze basis. De huidige regering van de traditionele tegenstanders VVD en PVDA is daarvan een bewijs. De kiezers veroordeelden ons tot elkaar en dus gingen we regeren. Samen zijn we bezig Nederland ingrijpend te hervormen en werken we aan economische groei. Liberalen leggen daarbij de nadruk op de ontplooiing het individu, wij sociaal-democraten koersen vooral op een duurzaam en sociaal stelsel. We willen vooruit, maar wie niet mee kan doen wordt geholpen.
Dit, in een notendop en met al zijn grove generaliseringen, is het perspectief van waaruit dit kabinet kijkt naar TTIP. We geloven in algemeen geldende rechten voor een mondiale gemeenschap. Vrij naar Hugo de Groot: Mundus Liber. Dat is tevens de titel van deze lezing: Mundus Liber? Met een vraagteken erachter. Op dat vraagteken kom ik later nog terug.
De EU en de VS zijn de twee grootste economische machtsblokken ter wereld. Ze staan ook het dichtst bij elkaar en zijn het verst ontwikkeld. Dat geeft ze naar mijn overtuiging de mogelijkheden en de plicht om als eerste een nieuwe stap te zetten in de richting van zo’n Mundi Liberum. Die stap is TTIP.
Maar tegelijk zijn Europeanen en Amerikanen niet identiek. Aan weerszijden van de Oceaan wordt verschillend aangekeken tegen bijvoorbeeld voedselveiligheid. Wat is wel en niet veilig en toelaatbaar? In Europa staat momenteel de chloorkip symbool voor dit verschil van inzicht. Omgekeerd bestaat onder Amerikanen nogal wat huiver voor onze kaasjes.
Dat is triviaal en heel wezenlijk tegelijk. Laat ik hier even teruggrijpen op de ideeën van John Locke. Locke was een bewonderaar van Hugo de Groot en werd zelf een nog prominenter pleitbezorger van vrijhandel. Maar hij was ook de eerste om in zijn werk te benadrukken dat een overheid slechts een mandaat van de bevolking heeft. De soevereiniteit blijft in uiterste instantie bij het volk. En met die soevereiniteit dienen overheden altijd met de grootst mogelijke zorgvuldigheid om te springen.
Ik kies ervoor Locke’s overpeinzingen over de soevereiniteit te interpreteren als een begrenzing van de droom over vrijhandel die hij en Hugo de Groot deelden. Anders gezegd: wetten zijn de uitdrukking van de wil van het volk en de overheid heeft de plicht die wil en die wetten te beschermen.
Concreet, in de context van TTIP, wil ik twee punten aanhalen die raken aan soevereiniteit en de handelingsvrijheid van overheden. Allereerst de Regulatory Cooperation Body, een instituut dat toekomstige regels gelijk moet gaan schakelen. Over dat onderdeel van TTIP verwacht ik in de toekomst veel discussie. Dat zou terecht zijn. Want er moet ruimte blijven om verschillen van inzicht zoals ik die hiervoor noemde, tot uitdrukking te blijven brengen. Die afweging is altijd een politieke en kan nooit worden uitbesteed aan technocraten, laat staan bedrijven. De EU en de VS moeten de volledige beleidsvrijheid behouden om maatregelen te nemen met het oog op publieke belangen als milieu, zorg en dergelijke. Locke zou zeggen: die recht doen aan de wil van het volk. Ons regeerakkoord zegt: maatregelen die een duurzame toekomst waarborgen.
Over de geschillenbeslechting tussen bedrijven en staten (ISDS) is al stevig discussie. Ook terecht, want we willen niet dat bedrijven met dreiging van miljardenclaims democratische besluitvorming onder druk kunnen zetten en ook aan misbruik door brievenbusfirma’s moet een eind komen. Die regels moeten zo worden aangescherpt en verduidelijkt dat iedereen weet waar hij aan toe is.
Naar mijn mening is dit geheel in geest van Hugo de Groot, ruim vierhonderd jaar geleden. Op andere vlakken blijft de spanning tussen een Mundus Liber en de begrenzingen daaraan. Want de ontwikkelingen van de afgelopen kwarteeuw zijn zo hard gegaan dat al teveel mensen hun vertrouwen dreigen te verliezen in grote, internationale projecten waarvan zij de consequenties niet kunnen overzien.
Maar de huidige misstanden zijn naar mijn overtuiging vaak een direct gevolg van hoe wij zaken hebben geregeld of juist verzuimd hebben te regelen. Ik wil dus niet weg van internationale samenwerking. Ik zie TTIP juist als een kans om te laten zien dat het beter kan. Zoals ik eerder zei: het Nederlandse kabinet wil vooruit. Maar het perspectief moet altijd een solide, duurzaam en sociaal stelsel zijn.
Geheel in lijn met ons traditionele poldermodel vraag ik daarom onze Sociaal-Economische Raad om advies over TTIP. Ik wil dat ze in kaart brengen wat TTIP zou betekenen voor de arbeidsnormen in Nederland. En dan gaan we overleggen, zoals wij al honderden jaren gewend zijn te doen.
Dit is waarom en hoe het Nederlandse kabinet toewerkt naar een goed, fair en gebalanceerd handelsakkoord, handelend vanuit Nederlandse tradities en het huidige regeerakkoord tegelijk. Staand op de schouders van reuzen als Hugo de Groot en John Locke kijken we ver vooruit, voorbij TTIP naar nog veel verder gaande internationale samenwerking: de Mundus Liber. Maar: een stap tegelijk. En bij iedere stap kijken we om ons heen en achterom. Is iedereen er nog? De mensen in wier naam wij dit mogen doen? De mensen voor wie wij dit doen? Daar hangt alles van af. Vandaar dat vraagteken achter de titel van deze lezing.
Dank u.